Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «befassten richter sowie » (Allemand → Néerlandais) :

Eine nicht modulierte Feststellung der Verfassungswidrigkeit in dieser Rechtssache würde zu einer erheblichen Rechtsunsicherheit führen, da der vorlegende Richter, die mit der gleichen Rechtssache befassten Richter sowie jeder Richter, bei dem eine identische Sache anhängig gemacht würde, keine explizite Grundlage mehr hätten, um den Betrag der Entlassungsentschädigung eines Arbeiters oder eines Angestellten, der im Zeitraum vom 9. Juli bis zum 31. Dezember 2013 entlassen wurde, zu bestimmen.

Een niet-gemoduleerde vaststelling van ongrondwettigheid in de voorliggende zaak zou leiden tot een aanzienlijke rechtsonzekerheid omdat de verwijzende rechter, de rechters bij wie dezelfde zaak aanhangig zou worden gemaakt en elke rechter bij wie een identieke zaak aanhangig zou worden gemaakt geen expliciete grond meer zouden hebben om het bedrag van de opzeggingsvergoeding te bepalen van een arbeider of van een bediende die is ontslagen in de periode van 9 juli tot 31 december 2013.


Eine nicht modulierte Feststellung der Verfassungswidrigkeit in dieser Rechtssache würde zu einer erheblichen Rechtsunsicherheit führen, da der vorlegende Richter, die mit der gleichen Rechtssache befassten Richter sowie jeder Richter, bei dem eine identische Sache anhängig gemacht würde, keine explizite Grundlage mehr hätten, um den Betrag der Entlassungsentschädigung eines Arbeiters oder eines Angestellten, der im Zeitraum vom 9. Juli bis zum 31. Dezember 2013 entlassen wurde, zu bestimmen.

Een niet-gemoduleerde vaststelling van ongrondwettigheid in de voorliggende zaak zou leiden tot een aanzienlijke rechtsonzekerheid omdat de verwijzende rechter, de rechters bij wie dezelfde zaak aanhangig zou worden gemaakt en elke rechter bij wie een identieke zaak aanhangig zou worden gemaakt geen expliciete grond meer zouden hebben om het bedrag van de opzeggingsvergoeding te bepalen van een arbeider of van een bediende die is ontslagen in de periode van 9 juli tot 31 december 2013.


Eine nicht modulierte Feststellung der Verfassungswidrigkeit in dieser Rechtssache würde zu einer erheblichen Rechtsunsicherheit führen, da der vorlegende Richter, die mit der gleichen Rechtssache befassten Richter sowie jeder Richter, bei dem eine identische Sache anhängig gemacht würde, keine explizite Grundlage mehr hätten, um den Betrag der Entlassungsentschädigung eines Angestellten, der unter den in B.3 angeführten Bedingungen entlassen wird, zu bestimmen.

Een niet-gemoduleerde vaststelling van ongrondwettigheid in de voorliggende zaak zou leiden tot een aanzienlijke rechtsonzekerheid omdat de verwijzende rechter, de rechters bij wie dezelfde zaak aanhangig zou worden gemaakt en elke rechter bij wie een identieke zaak aanhangig zou worden gemaakt geen expliciete grond meer zouden hebben om het bedrag van de compenserende opzeggingsvergoeding van een bediende die is ontslagen onder de in B.3 vermelde voorwaarden te bepalen.


Ebenso wie in den Rechtssachen, die zu dem Entscheid Nr. 168/2016 vom 22. Dezember 2016 geführt haben, befragt der vorlegende Richter den Gerichtshof zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 2 des Strafgesetzbuches, Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern sie dem nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 9. März 2014 befassten Richter dazu verpflichte, im Falle der Verurt ...[+++]

Zoals hij heeft gedaan in de zaken die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 168/2016 van 22 december 2016, stelt de verwijzende rechter aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 2 van het Strafwetboek, met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de rechter bij wie de zaak na de inwerkingtreding van de wet van 9 maart 2014 aanhangig is gemaakt, ertoe verplicht om, bij een veroordeling van een recidiverende b ...[+++]


« Verstößt Artikel 38 § 6 des Gesetzes vom 16. März 1968, eingefügt durch Artikel 9 des Gesetzes vom 9. März 2014 zur Abänderung des Gesetzes über die Straßenverkehrspolizei, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 2 des Strafgesetzbuches, Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vom 19. Dezember 1966 und Artikel 6 der Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem er dem nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 9. März 2014 befassten Richter dazu verpflichtet, im Falle der Verurteilung eines im Wiederholung ...[+++]

« Schendt artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 9 maart 2014 tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2 van het Strafwetboek, 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966 en 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het de rechter bij wie de zaak na de inwerkingtreding van de wet van 9 maart 2014 aanhangig is gemaakt, ertoe verplicht om, bij een veroordeling van een recid ...[+++]


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 2 des Strafgesetzbuches, Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern sie dem nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 9. März 2014 befassten Richter dazu verpflichte, im Falle der Verurteilung eines im Wiederholungsfall Angeklagten zu einer Strafe der Entziehung der Erlaubnis zum Führen ei ...[+++]

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 2 van het Strafwetboek, met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij het de rechter bij wie de zaak na de inwerkingtreding van de wet van 9 maart 2014 aanhangig is gemaakt, ertoe verplicht om, bij een veroordeling van een recidiverende beklaagde tot een straf van verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig, wegens een overtreding ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 30. Juni 2016 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen M.S., dessen Ausfertigung am 19. Juli 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Korrektionalgericht Lüttich, Abteilung Verviers, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 38 § 6 des Gesetzes vom 16. März 1968, eingefügt durch Artikel 9 des Gesetzes vom 9. März 2014 zur Abänderung des Gesetzes über die Straßenverkehrspolizei, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 2 des Strafgesetzbuches, Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vom 19. Dezember 1966 und Artikel 6 der Konven ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 30 juni 2016 in zake het openbaar ministerie tegen M.S., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 juli 2016, heeft de Correctionele Rechtbank Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 9 maart 2014 tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2 van het Strafwetboek, 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966 en 6 van het Verdrag tot bescherming van de ...[+++]


In der vorliegenden Rechtssache wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, befragt, indem « er die nicht innerhalb der gesetzlich festgelegten Frist eingereichte Vaterschaftsanfechtungsklage zum absoluten Unzulässigkeitsgrund erhebt, ohne dass es dem mit einer solchen Klage befassten Richter möglich ist, zu beurteilen, ob unter Berücksichtigung der vorliegenden Interessen - und insbesondere des höheren und vorrangigen Interesses des ...[+++]

In de voorliggende zaak wordt aan het Hof een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat « het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, ...[+++]


2. « Verstossen die Artikel 47sexies, 47septies und 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern sie Personen, die Gegenstand der besonderen Ermittlungsmethode der Observation sind, nicht ermöglichen, die Regelmässigkeit des Anordnens und Durchführens dieser Ermittlungsmethode vor einem Gericht anzufechten, während (1) einer kontradiktorisch geführten Verhandlung, (2) wobei die eine Verfahrenspartei die Argumentation einer anderen Verfahrenspartei zur Kenntnis nehmen und diesbezüglich Beanstandungen vorbringen kann, (3) anhand aller relevanten Aktenstücke, (4) wobei ihr das Gesetz eine ausreichende Frist gewährt, um ihre Verteidigung vorzubereiten, (5) wobei nicht alle Verteidigungsmittel eingeset ...[+++]

2. « Schenden art. 47sexies, 47septies en artikel 235ter van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover zij personen, die het voorwerp uitmaken van de bijzondere opsporingsmethode van de observatie, niet toestaan om de regelmatigheid van het bevelen en uitvoeren van deze onderzoeksmethode aan te vechten voor enige rechterlijke instantie in 1) een debat dat op tegensprekelijke wijze wordt gevoerd, 2) waarbij de ene procespartij akte kan nemen van de argumentatie van een andere procespartij, en daaromtrent ook tegenspraak kan voeren, 3) aan de hand van alle relevante stukken van het dossier, 4) waarbij ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'befassten richter sowie' ->

Date index: 2024-01-28
w