Vertaling van "bediensteten kein mandat " (Duits → Nederlands) :

Wenn die zum Datum des Inkrafttretens des vorliegenden Erlasses zu einem Dienstgrad des Dienstrangs A1, A2 oder A3 ernannten Bediensteten kein Mandat ausüben, werden sie von der Regierung mit einer Aufgabe im Verhältnis zu ihrem Dienstgrad, ihrer Erfahrung und ihren Qualifikationen beauftragt.
Als ze hun mandaat niet uitoefenen, worden de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit benoemd zijn tot een graad van de rangen A1, A2 of A3 door de Regering belast met een opdracht i.v.m. hun graad, ervaring en kwalificaties.

Der Bedienstete des Dienstranges A4, A5 oder A6, der ein früherer Mandatträger ist, dessen Mandat nicht erneuert wird und der nicht wieder in seine Stelle eingesetzt wird, wird von den Regierungen mit einer Aufgabe im Verhältnis zu seinem Dienstgrad, seiner Erfahrung und seinen Qualifikationen beauftragt und unter die Aufsicht eines Bediensteten des Dienstranges A2 oder A3 gestellt, solange ihm keine andere Stelle seines Dienstgrades zugewiesen werden kann.
De ambtenaar van de instelling van rang A4, A5 of A6 wiens mandaat, als voormalig mandataris, niet is verlengd en die niet naar zijn betrekking terugkeert wordt, zolang als hem geen andere betrekking van zijn graad toegewezen kan worden, door de Regeringen belast met een opdracht die in verhouding staat tot zijn graad, zijn kwalificaties en zijn ervaring en wordt onder het gezag gesteld van een ambtenaar van rang A2 of A3.

Art. 8 - § 1 - Die Regierung stellt jedem aus dem Amt scheidenden Regierungsmitglied, das kein ministerielles Amt mehr ausübt, einen Berater und einen ausführenden Bediensteten zur Verfügung für einen Zeitraum, der ab dem Datum der Amtsniederlegung läuft und im Verhältnis zur Dauer des von der betroffenen Personen ausgeübten ministeriellen Mandats berechnet wird, ohne dass er weniger als 1 Jahr und mehr als 5 Jahre betragen darf.
Art. 8. § 1. De Regering stelt elk uittredend Regeringslid dat geen ministeriële functies meer uitoefent, gedurende vijf jaar, te rekenen van de datum van zijn ontslag en berekend in verhouding tot de duur van het door betrokkene uitgeoefende ministeriële mandaat, een adviseur en een uitvoerend personeelslid ter beschikking.