(b) alle Gezeitengewässer in den oder angrenzend an die Mitgliedstaaten auf der landwärtigen Seite der Basislinie, von der aus die Breite der Hoheitsgewässer gemessen wird und die gesamte Fläche bzw. der ganze Meeresboden, die ständig oder vorübergehend von solchen Gewässern bedeckt sind.
(b) alle getijdenwateren - zowel in als grenzend aan de lidstaten - landwaarts van de basislijn vanwaar de omvang van de territoriale wateren wordt gemeten, en ieder stuk land of zeebodem dat voortdurend of bij tussenpozen wordt bedekt door deze wateren.