Dieses Ziel kann jedoch nicht die bedingungslose oder unbegrenzte Aufhebung des Berufsgeheimnisses der Rechtsanwälte rechtfertigen, denn aus den in B.6.1 bis B.6.3 dargelegten Gründen müssen die Rechtsanwälte von den mit der Ermittlung der Straftaten beauftragten Behörden unterschieden werden.
Die doelstelling zou een onvoorwaardelijke of onbeperkte opheffing van het beroepsgeheim van de advocaat echter niet kunnen verantwoorden, daar de advocaten, om de in B.6.1 tot B.6.3 in herinnering gebrachte motieven, moeten worden onderscheiden van de overheden die zijn belast met het opsporen van de misdrijven.