Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "beantwortung seiner frage möchte " (Duits → Nederlands) :

Mit seiner Frage möchte das vorlegende Gericht wissen, ob Art. 18 Abs. 1 EG dahin auszulegen ist, dass er der Regelung eines Mitgliedstaats entgegensteht, nach der dieser Staat einem seiner Staatsangehörigen, dem durch eine Entscheidung der zuständigen Behörde ein Anspruch auf eine Leistung für zivile Kriegs- oder Repressionsopfer zuerkannt wurde, die Zahlung dieser Leistung dennoch allein deshalb verweigert, weil der Betroffene nicht im Gebiet dieses Staates, sondern im Gebiet eines anderen Mitgliedstaats wohnt.

Met deze vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 18, lid 1, EG aldus dient te worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een wettelijke regeling van een lidstaat op grond waarvan deze laatste weigert om aan een van zijn onderdanen een uitkering te betalen die aan burgerslachtoffers van de oorlog of repressie is toegekend, ook al heeft de bevoegde autoriteit erkend dat deze onderdaan recht heeft op deze uitkering, op de loutere grond dat de betrokkene niet woont op het grondgebied van deze staat, maar op dat van een andere lidstaat.


Mit seiner Frage möchte das vorlegende Gericht im wesentlichen wissen, ob Artikel 11 Buchstabe b der Richtlinie dahin auszulegen ist, dass das Verbot der Besteuerung von Obligationsanleihen auf die Steuer auf notarielle Urkunden Anwendung findet, mit denen die Rückzahlung einer Anleihe bescheinigt wird, und, wenn ja, ob zugunsten dieser Steuer die insbesondere in Artikel 12 Absatz 1 Buchstabe d der Richtlinie vorgesehene Ausnahme angewendet werden kann.

Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen, of artikel 11, sub b, van de richtlijn aldus moet worden uitgelegd, dat het verbod om obligatieleningen aan belasting te onderwerpen, ook geldt voor de belasting op notariële akten waarbij de terugbetaling van een lening wordt vastgesteld, en zo ja, of een dergelijke belasting onder de met name in artikel 12, lid 1, sub d, van de richtlijn bepaalde afwijking kan vallen.


Bei der Beantwortung der Frage, ob der Mittelpunkt der hauptsächlichen Interessen des Schuldners für Dritte feststellbar ist, sollte besonders berücksichtigt werden, welchen Ort die Gläubiger als denjenigen wahrnehmen, an dem der Schuldner der Verwaltung seiner Interessen nachgeht.

Bij het bepalen of het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar voor derden verifieerbaar is, moet bijzondere aandacht worden besteed aan de schuldeisers en de inschatting die zij maken van de plaats waar een schuldenaar het beheer over zijn belangen voert.


Mit seiner ersten und seiner zweiten Frage, die zusammen zu prüfen sind, möchte das vorlegende Gericht wissen, ob die Universaldienstrichtlinie dahin auszulegen ist, dass die Sondertarife und der Finanzierungsmechanismus, die in Art. 9 bzw. Art. 13 Abs. 1 Buchst. b dieser Richtlinie vorgesehen sind, auf mobile Kommunikationsdienste und/oder Internetabonnements anwendbar sind.

Met zijn eerste en tweede vraag, die samen dienen te worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de universeledienstrichtlijn aldus moet worden uitgelegd dat de bijzondere tarieven en de financieringsregeling waarin respectievelijk de artikelen 9 en 13, lid 1, onder b), van deze richtlijn voorzien, van toepassing zijn op mobielecommunicatiediensten en/of internetabonnementen.


In diesem Zusammenhang ersucht der in letzter Instanz angerufene Korkein oikeus (oberster Gerichtshof, Finnland) den Gerichtshof um Auslegung des Begriffs „Nichtbeförderung“ sowie um Beantwortung der Frage, ob sich ein Luftfahrtunternehmen auf außergewöhnliche Umstände berufen kann, um Fluggästen die Beförderung auf Flügen zu verweigern, die auf den wegen dieser Umstände annullierten Flug folgen, oder sich von seiner Verpflichtung zu befreien, den von dieser Weigerung betroffenen Fluggästen ei ...[+++]

In deze context wenst de in laatste aanleg geadieerde Korkein oikeus (hooggerechtshof) van het Hof van Justitie te vernemen welke de strekking is van het begrip „instapweigering” en of een luchtvaartmaatschappij zich op buitengewone omstandigheden kan beroepen om passagiers rechtsgeldig het instappen te weigeren voor vluchten die volgen op die welke wegens dergelijke omstandigheden is geannuleerd of om zich te bevrijden van haar verplichting tot compensatie van de passagiers die met een dergelijke weigering zijn geconfronteerd.


Angesichts seiner vorgeschlagenen Antwort auf die erste Frage des Verwaltungsgerichts zur Stillhalteklausel hält der Generalanwalt eine Beantwortung dieser allgemeineren Frage für nicht mehr erforderlich.

Gelet op het antwoord dat hij op de eerste vraag met betrekking tot de „standstillclausuleˮ in overweging geeft, is de advocaat-generaal van mening dat deze meer algemene vraag niet hoeft te worden beantwoord.


Mit seiner ersten präjudiziellen Frage möchte der vorlegende Richter vom Hof vernehmen, ob Artikel 92bis § 2 Buchstabe c) des Sondergesetzes vom 8. August 1980 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, indem er den Regionen nicht die gleiche Verpflichtung auferlege, ein Zusammenarbeitsabkommen bezüglich der Regelung der Dienste für die Vermietung von Personenkraftwagen mit Fahrer, die sich auf das Gebiet von mehr als einer Region erstreckten, zu schliessen, während dieser Artikel vorschreibe, dass ein solches Zusammenarbeitsabkommen für die Re ...[+++]

Met zijn eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 92bis, § 2, c), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat het aan de gewesten niet de verplichting oplegt om een samenwerkingsakkoord te sluiten voor de regeling van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur die zich uitstrekken over het grondgebied van meer dan één gewest, terwijl dat artikel vereist dat een dergelijk samenwerkingsakkoord wordt gesloten voor de regeling van de taxidiensten die zich uitstrekken over het grondgebied van meer dan één gewest.


Mit seiner zweiten präjudiziellen Frage möchte der vorlegende Richter vom Hof vernehmen, ob Artikel 35 § 1 Absatz 3 und § 2 Absatz 2 der vorerwähnten Ordonnanz vom 27. April 1995 vereinbar sei mit Artikel 11 Absatz 2 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen.

Met zijn tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 35, § 1, derde lid, en § 2, tweede lid, van de voormelde ordonnantie van 27 april 1995 in overeenstemming is met artikel 11, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.


Mit der ersten präjudiziellen Frage möchte der vorlegende Richter in Erfahrung bringen, ob Artikel 47sexies § 3 Nrn. 1, 2, 3 und 5 und Artikel 47septies § 2 des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 235ter § 2 - in der Fassung vor seiner Abänderung durch das Gesetz vom 16. Januar 2009 zur Abänderung der Artikel 189ter, 235ter, 335bis und 416 des Strafprozessgesetzbuches - desselben Gesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvent ...[+++]

Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 47sexies, § 3, 1°, 2°, 3° en 5°, en artikel 47septies, § 2, van het Wetboek van strafvordering, in samenhang gelezen met artikel 235ter, § 2, - in de redactie ervan vóór de wijziging bij de wet van 16 januari 2009 tot wijziging van de artikelen 189ter, 235ter, 335bis en 416 van het Wetboek van strafvordering - van hetzelfde Wetboek, bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, nu de voormelde bepalingen van het Wetboek van strafvordering niet voorzien in de mogelijkheid dat de persoon die het voorwerp uitmaakt van de bijzondere opsporingsmetho ...[+++]


In Beantwortung einer anderen Frage, die sich in der Rechtssache Teixeira aufgrund des Umstands stellt, dass die Tochter von Frau Teixeira im Jahr 2009 18 Jahre alt und damit im Vereinigten Königreich volljährig wurde, nämlich der Frage, ob das Aufenthaltsrecht des Elternteils mit dem Eintritt der Volljährigkeit des Kindes endet, weist der Gerichtshof darauf hin, dass es für die dem Kind durch Art. 12 der Verordnung gewährten Rechte keine Altersgrenze gibt: Das Recht auf Zugang zur Ausbildung und das zugehörige Au ...[+++]

Ten slotte, in antwoord op een andere vraag die zich voordeed in de zaak Teixeira, namelijk of het verblijfsrecht van de ouder eindigt bij de meerderjarigheid van het kind, welke was ingegeven doordat de dochter van Teixeira in 2009 18 jaar werd en dus in het Verenigd Koninkrijk de meerderjarigheid bereikte, herinnert het Hof eraan dat voor de aan het kind door artikel 12 van de verordening verleende rechten geen leeftijdsgrens geldt: het recht van toegang tot het onderwijs en het daarmee samenhangende verblijfsrecht van het kind blijven bestaan tot het einde van zijn studie.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'beantwortung seiner frage möchte' ->

Date index: 2022-12-14
w