19. fordert die notwendige Eigenverantwortlichkeit der EU-Außenpolitik hinsichtlich der Menschenrechte und der verschiedenen damit verbundenen Instrumente aller am auswärtigen Handeln der EU Beteiligten und die breite Berücksichtigung der Menschenrechte durch alle Beteiligten, unter anderem in Form der Organisation regelmäßiger Fortbildungsmaßnahmen zu Menschenrechten für die betroffenen Beamten;
19. spoort alle actoren van het externe optreden van de EU ertoe aan voldoende betrokken te zijn bij het buitenlands beleid van de EU op het gebied van mensenrechten en de verschillende beschikbare instrumenten en wil dat ervoor gezorgd wordt dat deze actoren altijd en overal rekening houden met de mensenrechten, onder meer door het regelmatig organiseren van opleidingen over mensenrechten voor betrokken ambtenaren;