Der Gesetzgeber war im übrigen der Auffassung, dass der beauftragte Beamte zu denjenigen gehörte, die imstande waren, die Sachdienlichkeit und das Ausmass einer Wiedergutmachung zu beurteilen (Parl. Dok., Senat, 1968-1969, Nr. 559, S. 49).
De wetgever heeft trouwens geoordeeld dat de gemachtigde ambtenaar deel uitmaakte van degenen die bij machte zijn te beslissen over de wenselijkheid en de omvang van een herstel (Parl. St., Senaat, 1968-1969, nr. 559, p. 49).