5. fordert bei der Ausgestaltung der Post-2013-Kohäsionspolitik die besondere Berücksichtigung der räumlichen Besonderheiten und Bedürfnisse und eine darauf basierende regionsspezifische Differenzierung; empfiehlt – wie dies in der Leipzig-Charta vorgesehen ist – den Einsatz von auf Umsetzung orientierten Planungsinstrumenten, basierend auf Forschung und einer permanenten Überwachung;
5. verzoekt bij de invulling van het cohesiebeleid na 2013 met name rekening te houden met de ruimtelijke bijzonderheden en behoeften en een daarop gebaseerde regiospecifieke differentiatie; raadt aan gebruik te maken van uitvoeringsgerichte planningsinstrumenten, als opgenomen in het Handvest van Leipzig, die zijn gebaseerd op onderzoek en permanent toezicht;