5.1.4. Sind beide unabhängigen Bremsanlagen mit einem automatischen Blockierverhinderer ausgerüstet, sind die in den Punkten 5.1.1, 5.1.2 und 5.1.3 vorgeschriebenen Prüfungen bei gleichzeitiger Verwendung der beiden unabhängigen Bremsanlagen durchzuführen, wobei die Fahrstabilität nicht beeinflusst werden darf.
5.1.4. Indien beide onafhankelijke reminrichtingen van een anti-blokkeersysteem zijn voorzien, moeten de in de punten 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 voorgeschreven proeven eveneens worden uitgevoerd bij gelijktijdig gebruik van beide onafhankelijke reminrichtingen, waarbij het voertuig zijn stabiliteit niet mag verliezen.