Hat der Eigentümer nicht die Absicht, die Arbeiten auszuführen, so muss er innerhalb der in § 3 vorgesehenen Frist von neunzig Tagen, bei Strafe von Schadenersatz, den Inhabern eines Niessbrauchs-, Nutzungs-, Wohnungs-, Erbpacht- oder Baurechts, eine Abschrift des in § 1 erwähnten Erlasses sowie seine Entscheidung zustellen.
Vooraleer de in paragraaf 3 bedoelde termijn van negentig dagen verstrijkt, moet de eigenaar die afziet van de uitvoering van de werken, zijn beslissing en een afschrift van het in paragraaf 1 bedoelde besluit betekenen aan de houders van een recht op vruchtgebruik, gebruik, bewoning, erfpacht of opstal, op straffe van schadeloosstelling.