Wenn Waren beispielsweise im Ausland veredelt werden und es dabei zu wesentlichen physischen Veränderungen kommt, müssen sie zu den Exporten (und später dann zu den Importen) gerechnet werden (siehe Abschnitt 3.135).
Indien goederen bij voorbeeld in het buitenland worden verwerkt en er vindt een aanzienlijke verandering in de goederen plaats, dan moeten de goederen in de uitvoer (en naderhand in de invoer) worden opgenomen (zie punt 3.135).