26. fordert, dass diese Wirtschaftsteilnehmer für Verteidigung in Europa in Abhängigkeit des technologischen und sozioökonomischen Nutzens, den sie für Europa erbringen, ausgesucht werden; vertritt daher die Ansicht, dass nur diese Wirtschaftsteilnehmer für Verteidigung in Europa in den Genuss der europäischen Programme kommen sollten;
26. is er voorstander van dat operatoren dit DMOE-statuut krijgen op basis van de werkelijke toegevoegde waarde die ze vanuit zowel technologisch als sociaaleconomisch oogpunt voor Europa brengen; is bijgevolg van mening dat enkel deze defensiemarktoperatoren in Europa baat zouden mogen hebben bij de Europese programma's;
