(5) Gelten die Kumulierungsregeln der Artikel 2 bis 5, so dürfen die Zollbehörden der Mitgliedstaaten der Gemeinschaft oder Tunesiens Warenverkehrsbescheinigungen EUR.1 unter den in diesem Protokoll festgelegten Voraussetzungen erteilen, wenn die Ausfuhrwaren als Ursprungserzeugnisse im Sinne dieses Protokolls angesehen werden können und sich die Waren, auf die sich die Warenverkehrsbescheinigungen EUR.1 beziehen, in der Gemeinschaft oder in Tunesien befinden.
5. Wanneer de gecumuleerde bepalingen van de artikelen 2 tot en met 5 van toepassing zijn, kunnen de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeenschap of van Tunesië certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven op de in dit protocol vermelde voorwaarden, indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Tunesië in de zin van dit protocol en voorzover de goederen waarop de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking hebben zich in de Gemeenschap of in Tunesië bevinden.