33. ruft die Mitgliedstaaten nachdrücklich dazu auf, die Lern- und Ausbildungsmobilität aller jungen Menschen, die ein Schlüsselelement für das Erlangen von Lern- und Arbeitserfahrungen ist, im Rahmen einer Mittelaufstockung zu fördern; betont die Bedeutung der Mobilität junger Menschen auch in den an die EU angrenzenden Regionen durch die Gewährleistung einer umfassenden Teilnahme an den europäischen Programmen, die junge Menschen zugute kommen;
33. moedigt de lidstaten in het kader van de verhoogde financiële middelen met klem aan de onderwijs- en opleidingsmobiliteit voor alle jongeren te bevorderen, aangezien dit een essentiële factor is voor het verwerven van leer- en werkervaring; benadrukt dat mobiliteit van jongeren ook in regio's die aan de EU grenzen belangrijk is en dat de Europese programma's ten behoeve van jongeren voor zoveel mogelijk deelnemers moeten openstaan;
