Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van " willen des eigentümers unabhängigen gründen " (Duits → Nederlands) :

85ter - § 1. Als administrativer Verstoß gilt die Tatsache, dass ein Inhaber eines dinglichen Hauptrechts eine mutmaßliche leer stehende Wohnung im Sinne von Artikel 80 so zu erhalten, ohne den Leerstand der Wohnung aus legitimen, von seinem Willen unabhängigen Gründen oder wegen höherer Gewalt zu rechtfertigen.

§ 1. De houder van een zakelijk hoofdrecht die een woning laat leegstaan, in de zin van artikel 80, zonder de leegstand van de woning op grond van gewettigde redenen, van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil of door overmacht te rechtvaardigen, begaat een administratieve overtreding.


Die in § 1, Absatz 1 erwähnte Vermutung kann durch jegliches Rechtsmittel von dem Inhaber eines dinglichen Hauptrechts, der die Belegung der Wohnung nachweist, oder der den Leerstand der Wohnung aus legitimen, von seinem Willen unabhängigen Gründen oder die höhere Gewalt rechtfertigt, widerlegt werden.

Het in § 1, eerste lid, bedoelde vermoeden van leegstand kan bij elk rechtsmiddel weerlegd worden door de houder van het zakelijk hoofdrecht dat de bewoning van de woning rechtvaardigt of de leegstand van de woning rechtvaardigt op grond van gewettigde redenen, omstandigheden onafhankelijk van zijn wil of door overmacht.


»; 2. « Verstößt Artikel 1 [zu lesen ist: 2] Nr. 9 in Verbindung mit Artikel 15 § 2 des Dekrets vom 19 April 1995 zur Festlegung von Maßnahmen zur Bekämpfung und Verhütung der Nichtbenutzung und Verwahrlosung von Gewerbebetriebsgeländen gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, insofern die bloßen Eigentümer, deren Betriebsgebäude per definitionem aus von ihrem Willen unabhängigen Gründen nicht benutzt wird, besteuert werden, während im Dekret vom 22. Dezember 1995 die Nießbraucher besteuer ...[+++]

»; 2. « Schendt art. 1 [lees : 2], 9° juncto art. 15, § 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, het gelijkheidsbeginsel zoals neergelegd in de artt. 10 en 11 G.W. in zoverre de naakte eigenaars, wier bedrijfsgebouw per definitie leegstaat om reden onafhankelijk van hun wil, worden belast terwijl in het decreet van 22 december 1995 de vruchtgebruikers worden belast en terwijl de naakte eigenaars in deze op dezelfde wijze worden behandeld a ...[+++]


In der präjudiziellen Frage wird dem Hof die Frage vorgelegt, ob Artikel 257 § 2 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem der Erlass oder anteilige Nachlass des Immobilienvorabzugs verweigert wird, wenn eine Immobilie länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen leersteht, insofern es sich um ein Gebäude handelt, das im Hinblick auf seinen Wiederaufbau abgerissen wird.

De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of artikel 257, § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat de kwijtschelding of de proportionele vermindering van de onroerende voorheffing wordt geweigerd wanneer een onroerend goed langer dan twaalf maanden leegstaat, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de eigenaar, in zoverre het gaat om een gebouw dat wordt afgebroken teneinde het wederop te bouwen.


« Verstösst Artikel 257 § 2 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Erlass oder den anteiligen Nachlass des Immobilienvorabzugs ausschliesst, wenn die Immobilie länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen unbenutzt geblieben ist, insofern es sich um ein abgerissenes Gebäude im Hinblick auf Neubau handelt?

« Schendt artikel 257, § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de kwijtschelding of proportionele vermindering van onroerende voorheffing uitsluit wanneer het onroerend goed langer dan twaalf maanden, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, buiten de wil van de eigenaar niet in gebruik is genomen, in de mate dat het gaat om een afgebroken gebouw met het oog op een nieuwbouw ?


« Verstösst Artikel 257 § 2 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Erlass oder die proportionale Ermässigung des Immobilienvorabzugs ausschliesst, wenn die Immobilie länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen unbenutzt geblieben ist, insofern es sich um ein abgerissenes Gebäude im Hinblick auf Neubau handelt?

« Schendt artikel 257, § 2, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de kwijtschelding of proportionele vermindering van onroerende voorheffing uitsluit wanneer het onroerend goed langer dan twaalf maanden, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, buiten de wil van de eigenaar niet in gebruik is genomen, in de mate dat het gaat om een afgebroken gebouw met het oog op een nieuwbouw ?


« Verstösst Artikel 60 des Dekrets des Flämischen Rates vom 22. Dezember 1993 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er die in Artikel 257 Nr. 4 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 vorgesehene Ermässigung des Immobilienvorabzugs ab dem Veranlagungsjahr 1993 ausschliesst, wenn die Immobilie länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen unbenutzt geblieben ist, wenn es um eine Immobilie geht, die wie im vorliegenden Fall nicht zu Wohnzwecken dient, sondern ausschliesslich für die wirtschaftlichen Tätigkeiten des Eigentümers benutzt wird?

« Schendt artikel 60 van het decreet van de Vlaamse Raad van 22 december 1993 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de vermindering van onroerende voorheffing bepaald in artikel 257, 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vanaf aanslagjaar 1993 weigert wanneer het onroerend goed langer dan twaalf maanden, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, buiten de wil van de eigenaar niet in gebruik is genomen, indien het gaat om een onroerend goed dat zoals te dezen niet tot woning dient, maar louter voor de economische werkzaamheid van de eigenaar wordt aangewend ?


Zum anderen erlaube sie es, auszuschließen, dass die drei Bewerber diskriminiert würden, da mit der Angleichung der Abgaben gerade bezweckt gewesen sei, dem Umstand Rechnung zu tragen, dass sich zum Zeitpunkt der Erteilung der Lizenz an Bouygues Télécom aus von deren Willen unabhängigen Gründen noch keiner der Betreiber auf dem Markt betätigt habe, so dass ihre Situation daher vergleichbar gewesen sei.

Anderzijds kon met deze oplossing discriminatie tussen de drie exploitanten worden voorkomen, aangezien de vergoedingen juist met elkaar in overeenstemming werden gebracht om rekening te houden met de omstandigheid dat op het moment waarop de licentie aan Bouygues Télécom werd toegekend, geen van de drie exploitanten – door omstandigheden waarop zij geen invloed hadden – reeds tot de markt was toegetreden, zodat hun situatie in feite vergelijkbaar was.


« Verstösst Artikel 60 des Dekrets des Flämischen Rates vom 22hhhhqDezember 1993 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem die in Artikel 257 Nr. 4 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 vorgesehene Ermässigung des Immobilienvorabzugs ab dem Veranlagungsjahr 1993 überhaupt ausgeschlossen ist, wenn die Immobilie länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen unbenutzt geblieben ist, wenn es um eine Immobilie geht, die wie im vorliegenden Fall nicht zu Wohnzwecken dient, sondern ausschliesslich für die wirtschaftlichen Tätigkeiten des Eigentümer ...[+++]

« Schendt artikel 60 van het decreet van de Vlaamse Raad van 22 december 1993 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de vermindering van onroerende voorheffing bepaald in artikel 257, 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vanaf aanslagjaar 1993 weigert wanneer het onroerend goed langer dan twaalf maanden, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, buiten de wil van de eigenaar niet in gebruik is genomen, indien het gaat om een onroerend goed dat zoals te dezen niet tot woning dient, maar louter voor de economische werkzaamheid van de eigenaar wordt aangewend ?




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' willen des eigentümers unabhängigen gründen' ->

Date index: 2024-01-13
w