Vertaling van "august 1974 eingeführt " (Duits → Nederlands) :

Ausserdem ist anzumerken, dass das Recht auf das Existenzminimum, das vor dem Recht auf das Eingliederungseinkommen bestand, durch ein Gesetz vom 7. August 1974 eingeführt worden war und dass das Recht auf Sozialhilfe durch das Gesetz vom 8. Juli 1976 eingeführt wurde.
Bovendien moet worden opgemerkt dat het recht op het bestaansminimum dat is voorafgegaan aan het recht op het leefloon, werd ingesteld bij een wet van 7 augustus 1974 en dat het recht op maatschappelijke dienstverlening in het leven werd geroepen bij de wet van 8 juli 1976.

Das Recht auf ein Existenzminimum, das durch das Gesetz vom 7. August 1974 eingeführt wurde, sollte « jedem Belgier [.], der nicht über ausreichende Existenzmittel verfügt und nicht in der Lage ist, sich diese durch eigenes Bemühen oder auf andere Weise zu verschaffen » ein garantiertes Einkommen gewähren (Artikel 1 § 1), « das auf eine Höhe festgesetzt ist, die es ermöglicht, ein Leben in menschlicher Würde zu führen » (Parl. Dok., Senat, Sondersitzungsperiode 1974, Nr. 247/1, S. 2).
Het recht op het bestaansminimum, dat in het leven werd geroepen bij de wet van 7 augustus 1974, was bestemd om een gewaarborgd inkomen toe te kennen aan « iedere Belg [.] die geen toereikende bestaansmiddelen heeft, noch in staat is deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven » (artikel 1, § 1), « en dat wordt bepaald op een niveau dat toelaat een bestaan te leiden, dat strookt met de menselijke waardigheid » (Parl. St., Senaat, B.Z. 1974, nr. 247/1, p. 2).

Der zweite Teil der ersten präjudiziellen Frage setzt einen Vergleich der fraglichen Bestimmung mit der Regelung voraus, die durch das Gesetz vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf ein Existenzminimum eingeführt wurde, welches mittlerweile durch das vorerwähnte Gesetz vom 26. Mai 2002 aufgehoben worden ist; Artikel 2 § 1 des Gesetzes von 1974 würde es laut der Frage ermöglichen, den Höchstbetrag der Leistung für zusammenwohnende Ehepartner zu gewähren, was die fragliche Bestimmung nicht mehr erlaube.
Het tweede deel van de eerste prejudiciële vraag veronderstelt een vergelijking van de in het geding zijnde bepaling met de regeling die is ingevoerd bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, thans opgeheven bij de voormelde wet van 26 mei 2002; artikel 2, § 1, van de wet van 1974 maakte het, volgens de bewoordingen van de vraag, mogelijk het hoogste bedrag van de uitkering toe te kennen aan de samenwonende echtgenoten, hetgeen de in het geding zijnde bepaling niet meer zou toelaten.

Da das Gesetz vom 26. Mai 2002 ebenso wie das Gesetz vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf ein Existenzminimum (Artikel 6 § 1 Nr. 1) das darin eingeführte Recht an die Bedingung der Bereitschaft zur Arbeit koppelt, ist es gerechtfertigt, dass es das Eingliederungseinkommen dem Anspruchsberechtigten nur dann und nur solange gewährt, wie er nicht in einer bezahlten Arbeitsstelle beschäftigt werden kann.
Aangezien de wet van 26 mei 2002, naar het voorbeeld van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum (artikel 6, § 1, 1), het door haar ingestelde recht koppelt aan de voorwaarde werkbereid te zijn, is het verantwoord dat zij de toekenning van het leefloon aan de rechthebbende alleen mogelijk maakt indien en zolang laatstgenoemde geen bezoldigde betrekking kan uitoefenen.

2° Personen, die mindestens seit sechs Monaten das Existenzminimum beziehen, das durch das Gesetz vom 7. August 1974 zur Einrichtung eines Rechts auf ein Existenzminimum eingeführt wurde;
2° de personen die sinds minstens 6 maanden recht hebben op het bestaansminimum bepaald bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum;