Aufgrund der fehlenden Begründung liege ein Verstoß gegen Art. 296 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union vor, da u. a. weder der Beschluss 2014/659/GASP des Rates noch die Verordnung Nr. 960/2014 des Rates auch nur den Versuch einer Erklärung enthielten, aus welchen Gründen die unkonventionellen Öl-Projekte der Klägerin Gegenstand der gezielten restriktiven Maßnahmen seien.
Eerste middel: schending van artikel 296 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („VWEU”) wegens een ontoereikende motivering, omdat onder andere noch in besluit 2014/659/GBVB van de Raad, noch in verordening nr. 960/2014 van de Raad, zelfs maar wordt geprobeerd uit te leggen waarom de non-conventionele olieprojecten van de verzoekende partij het voorwerp zijn van gerichte beperkende maatregelen.