Vertaling van "auch dahingehend interpretiert " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

interpretierte Parametervariable
geïnterpreteerde parameter-literaal

interpretiertes Token
goedgekeurd token

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Nach Auffassung des Gerichtshofs muss Artikel 8 des Protokolls dahingehend interpretiert werden, dass – obwohl die parlamentarische Immunität im Wesentlichen Äußerungen betrifft, die innerhalb des Parlaments abgegeben werden – nicht ausgeschlossen ist, dass eine Erklärung, die Abgeordnete außerhalb des Parlaments abgeben, eine in Ausübung ihres Amtes erfolgte Äußerung darstellt.
Naar de mening van het Hof moet artikel 8 van het Protocol zodanig worden uitgelegd dat de parlementaire immuniteit weliswaar primair geldt voor uitlatingen die binnen de gebouwen van het Europees Parlement worden gedaan, maar dat het niet onmogelijk is dat een daarbuiten gedane uitlating ook kan worden aangemerkt als een mening die in de uitoefening van het parlementaire ambt kenbaar is gemaakt.

Der letzte Punkt ist aber nicht völlig klar, da der neu vorgeschlagene Artikel 8 auch dahingehend interpretiert werden könnte, dass die Kommission delegierte Rechtsakte erlassen könnte, um andere Änderungen am Plan vorzunehmen.
Dit laatste is evenwel niet geheel duidelijk, aangezien het nieuwe artikel 8 dat wordt voorgesteld, ook zo kan worden geïnterpreteerd dat de Commissie gedelegeerde handelingen kan vaststellen om andere wijzigingen aan te brengen.

43. weist darauf hin, dass die soziale Verantwortung der Unternehmen (SVU) nicht dahingehend interpretiert werden sollte, dass der Staat den Unternehmen einseitig neue rechtliche Bürden auferlegt, die zu einer Verringerung der Wettbewerbsfähigkeit und der Kapazität zur Schaffung von Arbeitsplätzen führen würde; ist der Ansicht, dass die SVU stattdessen durch Unternehmensinitiativen, sei es steuerlicher oder anderer Art, umgesetzt werden sollte, sodass die Unternehmen freiwillig Aufgaben von sozialem Interesse übernehmen;
43. wijst erop dat de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven (corporate social responsibility - CSR) niet moet worden opgevat als iets dat eenzijdig door de staat wordt opgelegd door nieuwe juridische lasten voor het bedrijfsleven, die het concurrentievermogen en het vermogen tot het scheppen van arbeidsplaatsen zouden aantasten; is daarentegen van mening dat CSR vorm moet krijgen door initiatieven voor bedrijven, van fiscale of andere aard, zodat de bedrijven vrijwillig taken van sociaal belang op zich nemen;

31. weist darauf hin, dass die soziale Verantwortung der Unternehmen nicht dahingehend interpretiert werden sollte, dass der Staat den Unternehmen einseitig neue rechtliche Bürden auferlegt, die zu einer Verringerung der Wettbewerbsfähigkeit und der Kapazität zur Schaffung von Arbeitsplätzen führen würde; ist der Ansicht, dass die soziale Verantwortung stattdessen durch Unternehmensinitiativen, sei es steuerlicher oder anderer Art, umgesetzt werden sollte, sodass die Unternehmen freiwillig Aufgaben von sozialem Interesse übernehmen;
31. wijst erop dat de sociale verantwoordingsplicht van bedrijven niet moet worden opgevat als iets dat door de staat wordt opgelegd door nieuwe juridische lasten voor het bedrijfsleven, die het concurrentievermogen en het vermogen tot het scheppen van arbeidsplaatsen zouden aantasten; is daarentegen van mening dat deze verantwoordingsplicht vorm moet krijgen door initiatieven van bedrijven, ondersteund door prikkels van fiscale of andere aard, zodat de bedrijven vrijwillig taken van sociaal belang op zich nemen;

Freiwilligkeit und Gewährleistung eines verstärkten Umweltschutzes, ohne dass dies dahingehend interpretiert werden kann, dass das nicht mit einem Umweltsiegel versehene Erzeugnis eine geringere Qualität hat,
een vrijwillig karakter heeft en betere bescherming van het milieu garandeert, zonder te impliceren dat een product zonder milieukeurmerk als een product van mindere kwaliteit zou kunnen worden beschouwd;

« Verstossen Artikel 8 § 2 des Gesetzes vom 13. Juli 1976 bezüglich des Offiziersbestands und der Rechtsstellungen des Personals der Streitkräfte, einerseits dahingehend ausgelegt, dass er auch die Rechtsstellung der Berufsoffiziersanwärter bestimmt, die, weil sie aus dem aktiven Kader hervorgegangen sind, schon in den Grad eines Unterleutnants des aktiven Kaders ernannt worden sind, so wie das zeitweilige Kader, und andererseits dahingehend ausgelegt, dass er auch Artikel 18 des Gesetzes vom 18. März 1838 über die Organisation der Königlichen Militärschule implizit aufgehoben hat, und Artikel 39 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 1. März 1958 bezüglich der Rechtsstellung der Berufsoffiziere der Land-, Luft- und Seestreitkräfte und des Sanitätsdienstes, dahingehend interpretiert, dass er verhindert, dass die Anciennität, die vorher in den Graden eines Offiziers des aktiven Kaders, wie auch des zeitweiligen Kaders, erworben wurde, für die Beförderung in den Grad eines unteren Offiziers berücksichtigt wird, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung,
« Schenden artikel 8, § 2, van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht - geïnterpreteerd, enerzijds, in die zin dat het eveneens het statuut van de kandidaat-beroepsofficieren regelt die, doordat ze uit het actief kader komen, reeds benoemd zijn in de graad van onderluitenant van het actief kader, zoals het tijdelijk kader, en geïnterpreteerd, anderzijds, in die zin dat het eveneens artikel 18 van de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School impliciet heeft opgeheven, en artikel 39, § 1, eerste lid, van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut der beroepsofficieren van de land-, de lucht-, de zeemacht en de medische dienst, geïnterpreteerd in die zin dat het verhindert dat de anciënniteit die voordien in de graden van officier van het actief kader, zoals het tijdelijk kader, werd verworven voor de bevordering in de graad van lager officier in aanmerking wordt genomen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,

Der Hof stellt fest, dass Artikel 24 Absatz 4 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle auch dahingehend interpretiert werden kann, dass das garantierte durchschnittlichen monatliche Mindesteinkommen, das für die Festlegung der für die Hilfe einer Drittperson geschuldeten Leistung berücksichtigt werden muss, dem Betrag zum Zeitpunkt des Unfalls entspricht.
Het Hof stelt vast dat artikel 24, vierde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ook in die zin kan worden geïnterpreteerd dat het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon dat in aanmerking moet worden genomen voor de vaststelling van de uitkering verschuldigd voor de hulp van een derde persoon, het bedrag is op de datum van het ongeval.

Der Hof stellt jedoch fest, dass derselbe Artikel 58 auch dahingehend interpretiert werden kann, dass er die Anwendung des gemeinen Rechts der Artikel 1384 und 1386 des Zivilgesetzbuches nicht ausschliesst, wenn die darin erhobenen Bedingungen für einen Schadensersatz nicht erfüllt worden sind.
Het Hof stelt echter vast dat hetzelfde artikel 58 ook zo kan worden geïnterpreteerd dat het de toepassing van het gemene recht van de artikelen 1384 en 1386 van het Burgerlijk Wetboek niet uitsluit wanneer niet is voldaan aan de voorwaarden voor schadeloosstelling die het stelt.

Artikel 305 des Gesetzes kann auch dahingehend interpretiert werden, dass als allgemeine Regel die Verpflichtung zur Zahlung der geschuldeten Akzisen bei « Abhandenkommen, Untergang, Verbrennen, Denaturierung oder jedem anderweitigen Verlust von Waren » aufrechterhalten bleibt, ausser bei zwei Ausnahmen, deren erste eine abweichende Gesetzesbestimmung ist und deren zweite eine Steuerbefreiung darstellt, die « in ganz besonderen Fällen » gewährt wird.
Artikel 305 van de wet kan ook zo worden geïnterpreteerd dat als algemene regel de verplichting tot het betalen van de verschuldigde accijnzen bij « het vermissen, verongelukken, verbranden, ontvreemden of op enige andere wijze teloor gaan van goederen » gehandhaafd blijft behoudens twee uitzonderingen, de eerste zijnde een afwijkende wettelijke bepaling, en de tweede zijnde een vrijstelling die « in zeer bijzondere gevallen » wordt toegestaan.

Diese Wertgruppe 0 bedeutet, dass Kulturgüter, die zu diesen Kategorien gehören, unabhängig von ihrem Wert als Kulturgüter im Sinne der genannten Verordnung anzusehen sind, auch wenn dieser Wert gering oder null ist. Einige Behörden haben jedoch diese Wertgruppe 0 dahingehend interpretiert, dass das betreffende Kulturgut keinen Wert besitzt und diese Kategorien von Kulturgütern nicht den Schutz der Verordnung genießen.
Deze waarde 0 (nul) betekent dat goederen in de bedoelde categorieën, ongeacht hun waarde, zelfs indien deze verwaarloosbaar of nul is, als cultuurgoederen in de zin van de verordening moeten worden aangemerkt. Sommige autoriteiten hebben deze waarde echter zo uitgelegd dat het betrokken cultuurgoed geen enkele waarde heeft, en hebben deze categorieën goederen bijgevolg niet de bescherming gegeven die in de verordening is voorgeschreven.