Der Generalsekretär kann seine Befugnisse dem Generaldirektor der Verwaltung ganz oder teilweise übertragen, soweit es sich um die Anwendung der Beschäftigungsbedingungen sowie um die Anwendung des Statuts auf die Beamten der Funktionsgruppen AST und AST/SC handelt; hiervon sind die Befugnisse für die Ernennung der Beamten und deren endgültiges Ausscheiden aus dem Dienst sowie für die Einstellung der sonstigen Bediensteten ausgenommen.
De secretaris-generaal wordt gemachtigd al zijn bevoegdheden of sommige daarvan geheel of gedeeltelijk over te dragen aan de directeur-generaal van de Administratie waar het gaat om de toepassing van de regeling, en om de toepassing van het statuut op de ambtenaren van de functiegroepen AST en AST/SC, met uitzondering van de bevoegdheden voor de aanstelling of de beëindiging van de dienst van de ambtenaren of voor de aanstelling van de andere personeelsleden.