Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "aspekte des angefochtenen gesetzes nicht vereinbar seien " (Duits → Nederlands) :

Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass verschiedene Aspekte des angefochtenen Gesetzes nicht vereinbar seien mit dem Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es durch die in B.7 angeführten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen gewährleistet werde, indem dadurch Einmischungen der Behörden in dieses Grundrecht zugelassen würden, die unverhältnismäßig seien gegenüber den Zielen des Gesetzgebers.

De verzoekende partijen zijn van oordeel dat diverse aspecten van de bestreden wet niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat zij overheidsinmengingen in dat grondrecht toelaten die niet evenredig zijn met de door de wetgever nagestreefde doelstellingen.


Im ersten Teil des zweiten Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass Artikel 44/3 des Gesetzes über das Polizeiamt und die Artikel 36ter und 36ter/1 des Gesetzes über den Schutz des Privatlebens, eingefügt durch die Artikel 9, 41 und 42 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem Recht auf A ...[+++]

In het eerste onderdeel van het tweede middel voeren de verzoekende partijen, onder meer, aan dat artikel 44/3 van de wet op het politieambt en de artikelen 36ter en 36ter/1 van de Privacywet, zoals ingevoegd bij de artikelen 9, 41 en 42 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd door de in B.7 vermelde referentienormen, doordat noch het Controleorgaan op de politionele informatie, noch de consulent voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ...[+++]


Im ersten und im zweiten Teil des zweiten Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass Artikel 44/5 § 6 des Gesetzes über das Polizeiamt und Artikel 36ter § 4 des Gesetzes über den Schutz des Privatlebens, eingefügt durch die Artikel 12 und 41 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es durch die in B.7 angeführten Referenznormen ge ...[+++]

In het eerste en het tweede onderdeel van het tweede middel voeren de verzoekende partijen, onder meer, aan dat artikel 44/5, § 6, van de wet op het politieambt en artikel 36ter, § 4, van de Privacywet, zoals ingevoegd bij de artikelen 12 en 41 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd door de in B.7 vermelde referentienormen, doordat de personen van wie gegevens in de politionele databanken worden verwerkt, geen ...[+++]


Im zweiten Teil des zweiten Klagegrunds, im vierten Klagegrund und im ersten Teil des fünften Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass die Artikel 44/5 § 6, 44/9, 44/10 und 44/11/2 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch die Artikel 12, 18, 19 und 23 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem R ...[+++]

In het tweede onderdeel van het tweede middel, het vierde middel en het eerste onderdeel van het vijfde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat de artikelen 44/5, § 6, 44/9, 44/10 en 44/11/2 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij de artikelen 12, 18, 19 en 23 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat de gegevens te lang kunnen worden bewaard en niet worden gewist ...[+++]


Im zweiten Teil des dritten Klagegrunds führen die klagenden Parteien an, dass die Artikel 44/3 § 2, 44/11/5 § 2, 44/11/9 §§ 1 und 2, 44/11/10, 44/11/11 und 44/11/12 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch die Artikel 9, 28, 32, 33, 34 und 35 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem Recht auf A ...[+++]

In het tweede onderdeel van het derde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de artikelen 44/3, § 2, 44/11/5, § 2, 44/11/9, §§ 1 en 2, 44/11/10, 44/11/11 en 44/11/12 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij de artikelen 9, 28, 32, 33, 34 en 35 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde referentienormen, doordat de wetgever met betrekking tot de erin bepaalde aangelegenheden de uitvoerende macht te verregaande bevoegdheden heeft ...[+++]


Die klagenden Parteien führen an, dass die angefochtenen Bestimmungen nicht vereinbar seien mit den Artikeln 10, 11, 12, 13, 14, 23 und 150 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6, 7 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit den Artikeln 14, 15 und 25 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, mit dem Grundsatz der ordnungsmäßigen Gesetzgebung, mit dem Grundsatz der A ...[+++]

De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden bepalingen niet bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11, 12, 13, 14, 23 en 150 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6, 7 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 14, 15 en 25 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met het beginsel ...[+++]


Der Ministerrat behauptet, dass die Nichtigkeitsklage und somit die Klage auf einstweilige Aufhebung auf Artikel 11 des angefochtenen Gesetzes zu beschränken seien, insofern dieser einen Artikel 68/2/1 § 5 in das vorerwähnte Gesetz vom 10. Mai 2015 eingefügt habe, weil die anderen Paragraphen dieser Bestimmung in der Klageschrift nicht beanstandet würden.

De Ministerraad betoogt dat het beroep tot vernietiging en dus de vordering tot schorsing zouden moeten worden beperkt tot artikel 11 van de bestreden wet in zoverre het een artikel 68/2/1, § 5, heeft ingevoegd in de voormelde wet van 10 mei 2015, aangezien de andere paragrafen van die bepaling in het verzoekschrift niet worden bekritiseerd.


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 19 des Gesetzes vom 15. Mai 2006 « zur Abänderung des Gesetzes vom 8. April 1965 über den Jugendschutz, des Strafprozessgesetzbuches, des Strafgesetzbuches, des Zivilgesetzbuches, des neuen Gemeindegesetzes und des Gesetzes vom 24. April 2003 zur Reform der Adoption » und Artikel 12 des Strafgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 12 der Verfassung vereinbar seien, indem Personen, die zum Zeitpunkt des von ihnen begangenen ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 19 van de wet van 15 mei 2006 « tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie » en artikel 12 van het Strafwetboek bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet, doordat personen die op het ogenblik van de door hen gepleegde misdaad de volle leeftijd van achttien jaar niet hadden bereikt, afhankelijk van het feit of zij vóór dan wel na de inwerkingtreding van artikel 19 van de w ...[+++]


Im einzigen Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6296 führt die klagende Partei, ein Beamter beim FÖD Finanzen mit einem Universitätsdiplom in Politik- und Verwaltungswissenschaften, an, dass die Artikel 2, 3 und 6 des angefochtenen Gesetzes gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstießen, weil die Studienjahre, die erforderlich gewesen seien, um die e ...[+++]

In het enige middel in de zaak nr. 6296 voert de verzoekende partij, een ambtenaar bij de FOD Financiën met een universitair diploma in de politieke en administratieve wetenschappen, aan dat de artikelen 2, 3 en 6 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden doordat de studiejaren die nodig waren om de vereiste kennis te verwerven voor een rechtstreekse benoeming in niveau A bij de FOD Financiën niet meer worden meegerekend in de pensioenberekening, terwijl de ambtenaren zonder universitair diploma d ...[+++]


In einem ersten Klagegrund bemängelt die klagende Partei, dass in Artikel 19 des angefochtenen Gesetzes vorgesehen sei, dass die Artikel 458 bis 463 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 auf die Finanzinstitute anwendbar seien, die nicht die im angefochtenen Gesetz vorgesehenen gesetzlichen Verpflichtungen einhielten.

In een eerste middel verwijt de verzoekende partij artikel 19 van de bestreden wet erin te voorzien dat de artikelen 458 tot 463 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van toepassing zijn op de financiële instellingen die de bij de bestreden wet bepaalde wettelijke verplichtingen niet naleven.


w