« Der Generalkommissar für Flüchtlinge und Staatenlose ist befugt, einen Antrag auf Zuerkennung der Rechtsstellung als Flüc
htling im Sinne von Artikel 48/3 oder auf Zuerkennung des subsidiären Schutzstatus im Sinne von Artikel 48/4, der von einem Staatsangehörigen eines sicheren Herkunftslandes oder von eine
m Staatenlosen, der vorher seinen gewöhnlichen Wohnort in diesem Land hatte, eingereicht wird, nicht zu berücksichtigen, wenn aus den Erklärungen nicht deutlich hervorgeht, dass - was ihn betrifft - eine begründete Furcht vor Verfo
...[+++]lgung im Sinne des am 28. Juli 1951 in Genf unterschriebenen Internationalen Abkommens über die Rechtsstellung der Flüchtlinge, wie in Artikel 48/3 bestimmt, besteht oder stichhaltige Gründe zur Annahme vorliegen, dass er tatsächlich Gefahr läuft einen ernsthaften Schaden zu erleiden, wie in Artikel 48/4 bestimmt.« De Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen is bevoegd om de aanvraag tot erkenning van de vluchtelingens
tatus in de zin van artikel 48/3 of tot het bekomen van de subsidiaire beschermingsstatus in de zin van artikel 48/4, die ingediend wordt door een onderdaan van een veilig land van herkomst of doo
r een staatloze die voorheen in dat land zijn gewone verblijfplaats had, niet in overweging te nemen wanneer uit zijn verklaringen niet duidelijk blijkt dat, wat hem betreft, een gegronde vrees voor vervolging bestaat in
...[+++]de zin van het internationaal Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951, zoals bepaald in artikel 48/3 of dat er zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat hij een reëel risico loopt op het lijden van ernstige schade, zoals bepaald in artikel 48/4.