Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «artikeln des ceta-abkommens » (Allemand → Néerlandais) :

Darin ist klar und unmissverständlich dargelegt, worauf sich Kanada und die Europäische Union in einer Reihe von Artikeln des CETA-Abkommens geeinigt haben.

Het geeft duidelijk en ondubbelzinnig aan wat Canada en de EU in een aantal artikelen van CETA zijn overeengekomen.


Auch die 500 Millionen Verbraucher in der EU werden vom CETA-Abkommen profitieren.

Ook de 500 miljoen consumenten in de EU zullen profiteren van CETA.


Im Rahmen der Debatte über den Abschluss des CETA-Abkommens nahmen die Regierungen der EU-Mitgliedstaaten im Ministerrat eine Erklärung zum multilateralen Investitionsgerichtshof an:

In het kader van de besprekingen over de sluiting van de CETA hebben de regeringen van de lidstaten in het kader van de Raad een verklaring over het multilateraal investeringsgerecht aangenomen:


Ist das nicht dasselbe Modell(Gericht erster Instanz/Berufungsgericht), wie es von der EU und Kanada im CETA-Abkommen vorgeschlagen wird?

Is dat niet hetzelfde model (eerste aanleg/beroepsinstantie) als het model dat de EU en Canada voorstellen in de CETA?


Da es sich bei der Investitionsgerichtsbarkeit um ein neues Konzept im Rahmen von Handelsabkommen handelt und die öffentliche Debatte in vielen Ländern noch nicht abgeschlossen ist, haben sich die EU-Mitgliedstaaten – mit Unterstützung der Kommission – dafür ausgesprochen, dass die Investitionsgerichtsbarkeit nicht in den Bereich der vorläufigen Anwendung des CETA-Abkommens fällt.

Omdat het stelsel van investeringsgerechten (ICS) een totaal nieuw element vormt in handelsovereenkomsten en het publieke debat daarover in verschillende landen nog niet is afgerond, hebben de lidstaten, ondersteund door de Commissie, besloten om het ICS uit de werkingssfeer van de voorlopige toepassing van CETA te houden.


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 23. Februar 2016 in Sachen Jean-Paul Owen gegen die « Vertellus Specialties Belgium » AG, dessen Ausfertigung am 7. März 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 68 Absatz 3 des Gesetzes vom 26. Dezember 2013 über die Einführung eines Einheitsstatuts für Arbeiter und Angestellte, was Kündigungsfristen und Karenztag betrifft, und von Begleitmaßnahmen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit demselben Artikel 68 Absatz 1 und Absatz 2 und den früheren ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 februari 2016 in zake Jean-Paul Owen tegen de nv « Vertellus Specialties Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 maart 2016, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 68 lid 3 van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met hetzelfde a ...[+++]


Aus dem Sachverhalt der vor dem vorlegenden Richter anhängigen Rechtssachen, der Begründung der Vorlageentscheidungen und den vorerwähnten Bestimmungen geht hervor, dass der Gerichtshof zur Vereinbarkeit des vorerwähnten Artikels 134 § 1 des EStGB 1992, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 140 desselben Gesetzbuches und dem vorerwähnten Artikel 23 § 2 Nr. 1 des Abkommens zwischen Belgien und Luxemburg zur Vermeidung der Doppelbesteuerung, mit den Artikeln 10 und 11 ...[+++]

Uit de feiten van de voor de verwijzende rechter hangende zaken, de motieven van de verwijzingsbeslissingen en de voormelde bepalingen blijkt dat aan het Hof een vraag wordt gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het voormelde artikel 134, § 1, van het WIB 1992, eventueel in samenhang gelezen met artikel 140 van hetzelfde Wetboek en met het voormelde artikel 23, § 2, 1°, van de overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting, in zoverre het voormelde artikel 134, § 1, van het WIB 1992, zelfs wanneer het inkomen van een echtgenoot of van een wettelijk samenwonende is ...[+++]


Artikel 171 Nr. 3quinquies und insofern, als er sich auf Einkünfte aus Spareinlagen im Sinne von Artikel 171 Nr. 3quinquies bezieht, Artikel 174/1 § 1 Absatz 4 des EStGB 1992 sind unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 56 des AEUV und 36 des Abkommens über den Europäischen Wirtschaftsraum vom 2. Mai 1992.

Artikel 171, 3°quinquies, en, in zoverre het de inkomsten uit spaardeposito's bedoeld in artikel 171, 3°quinquies, beoogt, artikel 174/1, § 1, vierde lid, van het WIB 1992 zijn niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 56 van het VWEU en 36 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992.


In Sachen: Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf Artikel 42 § 2 des Gesetzes vom 12. April 2011 « zur Abänderung des Gesetzes vom 1. Februar 2011 zur Verlängerung von Krisenmaßnahmen und zur Ausführung des überberuflichen Abkommens und zur Ausführung des Kompromisses der Regierung in Bezug auf den Entwurf des überberuflichen Abkommens » (in Verbindung mit den Artikeln 34 und 38 des Gesetzes vom 23. Dezember 2005 über den Solidaritätspakt zwischen den Generationen), gestellt vom Arbeitsgericht Oudenaarde.

In zake : de prejudiciële vraag over artikel 42, § 2, van de wet van 12 april 2011 « houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord » (in samenhang gelezen met de artikelen 34 tot 38 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact), gesteld door de Arbeidsrechtbank te Oudenaarde.


Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 42 § 2 des Gesetzes vom 12. April 2011 « zur Abänderung des Gesetzes vom 1. Februar 2011 zur Verlängerung von Krisenmaßnahmen und zur Ausführung des überberuflichen Abkommens und zur Ausführung des Kompromisses der Regierung in Bezug auf den Entwurf des überberuflichen Abkommens » in Verbindung mit den Artikeln 34 bis 38 des Gesetzes vom 23. Dezember 2005 über den Solidaritätspakt zwischen den Generationen.

De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 42, § 2, van de wet van 12 april 2011 « houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord », in samenhang gelezen met de artikelen 34 tot 38 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'artikeln des ceta-abkommens' ->

Date index: 2021-12-25
w