Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "artikel l4156-25 eingereicht " (Duits → Nederlands) :

In seinem Entscheid Nr. 139/2014 vom 25. September 2014 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der das Kind anerkannt hat, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.

Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.


Verstößt Artikel 204 des Strafprozessgesetzbuches in der durch das Gesetz vom 5. Februar 2016 zur Abänderung des Strafrechts und des Strafprozessrechts und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich der Justiz abgeänderten Fassung, in Verbindung mit Artikel 203 des Strafprozessgesetzbuches und Artikel 1 des Gesetzes vom 25. Juli 1893 über die Berufungserklärungen von inhaftierten oder internierten Personen, gegen die Bestimmungen über die Grundrechte und -freiheiten im Sinne von Titel II der Verfassung (insbesondere die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung) sowie Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, wenn er dahin ausgeleg ...[+++]

Schendt artikel 204 Wetboek van Strafvordering, zoals gewijzigd door de wet van 05.02.2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, samen gelezen met artikel 203 Wetboek van Strafvordering en artikel 1 van de Wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep van gevangenzittende of geïnterneerde personen, de bepalingen over de fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in die zin geïnterpreteerd dat de rechtsgeldigheid van het hoger beroep, op straffe van verval, afhankelijk wordt ...[+++]


25. über alle Klagen auf Beitreibung einer Geldsumme, die von einem Strom-, Gas-, Wärme- oder Wasseranbieter oder von einer Person, die ein öffentliches elektronisches Kommunikationsnetz, einen Rundfunkübertragungs- oder Rundfunk- und Fernsehverteilungsdienst anbietet, eingereicht werden gegen eine natürliche Person, die kein in Artikel 573 Absatz 1 Nr. 1 erwähntes Unternehmen ist, weil Letztere es versäumt hat, für die vom vorerwähnten Anbieter oder von der vorerwähnten Person erbrachte öffentliche Dienstleistung zu zahlen ».

25° van alle vorderingen betreffende de invordering van een geldsom die zijn ingesteld door een leverancier van elektriciteit, gas, warmte of water of door een persoon die een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een omroeptransmissie- of omroepdienst aanbiedt tegen een natuurlijke persoon die geen onderneming is als bedoeld in artikel 573, eerste lid, 1°, omdat deze in gebreke blijft een levering van een nutsvoorziening door de hiervoor vermelde leverancier of persoon te betalen ».


In seinem Entscheid Nr. 139/2014 vom 25. September 2014 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der das Kind anerkannt hat, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.

Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.


14. JULI 2016 - Erlaß der Wallonischen Regierung zur Ernennung des Vorsitzenden, der stellvertretenden Vorsitzenden und der Mitglieder des Beratungs- und Zulassungsausschusses der Sozialwirtschaftsunternehmen ("Commission consultative et d'agrément des entreprises d'économie sociale") Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 6. November 2008 zur Rationalisierung der Beratungsfunktion, Artikel 1, Ziffer 2; Aufgrund des Dekrets vom 20. November 2008 über die Sozialwirtschaft, Artikel 6 und 7; In Erwägung der vorgeschlagenen Kandidaturen, eingereicht durch: 1. ...[+++]

14 JULI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitster en de leden van de Advies- en erkenningscommissie van de sociale economiebedrijven De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisering van de adviesverlenende functie, artikel 1, 2°; Gelet op het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie, artikelen 6 en 7; Gelet op de voorstellen van kandidaten overgemaakt door: 1. het « AWIPH », op 21 september 2015; 2. de « SOWECSOM », op 23 september 2015; 3. de « SPW » (Waalse Overheidsdienst) - DGO6, op 25 september 2015; 4. de « UVCW - Fédéra ...[+++]


26. MAI 2016 - Erlaß der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 4. Dezember 2014 zur Ernennung der effektiven und stellvertretenden Mitglieder der beratenden Kommission für die Einsprüche Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Wallonischen Gesetzbuches über die Raumordnung, den Städtebau und das Erbe, Artikel 120, 452/1 und 452/2; Aufgrund des Dekrets vom 6. November 2008 zur Rationalisierung der Beratungsfunktion; Aufgrund des Dekrets vom 27. März 2014 zur Förderung einer ausgeglichenen Vertretung von Männern und Frauen in den Beratungsorganen; Aufgrund des Dekrets vom 24. April 2014 z ...[+++]

26 MEI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014 tot benoeming van de gewone en plaatsvervangende leden van de Adviescommissie voor de beroepen De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 120, 452/1 en 452/2; Gelet op het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie, Gelet op het decreet van 27 maart 2014 tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen binnen de adviesorganen; Gelet op het decreet van 24 april 201 ...[+++]


Wenn innerhalb von hundertzwanzig Tagen nach dem Wahldatum eine Anzeige gemäss Artikel L4131-6 erstattet beziehungsweise eine Beschwerde gemäss Artikel L4156-25 eingereicht wird, wird die Erklärung in Bezug auf die Wahlausgaben des durch die Anzeige belasteten Kandidaten je nach Fall dem Prokurator des Königs beziehungsweise der regionalen Kontrollkommission auf seinen/ihren Antrag hin übermittelt.

Indien een klacht als bedoeld in artikel L4131-6 of een bezwaar als bedoeld in artikel L4146-25 wordt ingediend binnen honderdtwintig dagen na de datum van de verkiezingen, wordt de aangifte van de verkiezingsuitgaven van de kandidaat die het voorwerp is van de klacht, op hun verzoek overgezonden aan de betrokken procureur des Konings of aan de gewestelijke Controlecommissie.


Wenn innerhalb der im vorangehenden Absatz erwähnten Frist keine Anzeige gemäss Artikel L4131-6 erstattet beziehungsweise keine Beschwerde gemäss Artikel L4156-25 eingereicht wird, können die betreffenden Unterlagen von den Kandidaten abgeholt werden.

Indien geen enkele klacht als bedoeld in artikel L4131-6 noch een bezwaar als bedoeld in artikel L4146-25 wordt ingediend binnen de in vorig lid bepaalde termijn, kunnen de betrokken documenten door de kandidaten worden afgehaald.


Dem Hof wird eine Frage bezüglich des Behandlungsunterschieds unterbreitet, der zwischen den Eltern des Opfers eines Unfalls, das vor dem Erreichen des Alters von 25 Jahren gestorben sei und nicht ihre wichtigste Einnahmequelle gewesen sei, bestünde, je nachdem, ob dieser Unfall ein Arbeitsunfall (oder ein Wegeunfall) sei oder nicht: Im ersten Fall könnten sie aufgrund der Rente, die ihnen bis zu dem Datum überwiesen werde, an dem das Opfer das Alter von 25 Jahren erreicht hätte (Artikel 20bis ), und eine Entschädigung für Verletzungen darstelle, keine gemeinrechtliche Schadenersatzklage einreichen (Artikel 46 § 2 Absatz 2), während dies ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over het verschil in behandeling dat zou bestaan tussen de ouders van het slachtoffer van een ongeval dat overleden is vóór de leeftijd van 25 jaar en dat voor hen niet de belangrijkste kostwinner was, naargelang dat ongeval al dan niet een arbeidsongeval (of een ongeval op de weg naar en van het werk) is : in het eerste geval kunnen zij, wegens de rente die aan hen wordt gestort tot de datum waarop het slachtoffer de leeftijd van 25 jaar zou hebben bereikt (artikel 20bis ) en die overeenstemt met de vergoeding van de lichamelijke schade, geen gemeenrechtelijke vordering tot vergoeding instellen (artik ...[+++]


(2) Stellt ein Mitgliedstaat fest, dass ein eingereichter Antrag auf Genehmigung eines Tierarzneimittels bereits in einem anderen Mitgliedstaat geprüft wird, kann er beschließen, die ausführliche Prüfung des Antrags auszusetzen, um den Beurteilungsbericht abzuwarten, der von dem anderen Mitgliedstaat gemäß Artikel 25 Absatz 4 erstellt wird.

2. Wanneer een lidstaat constateert dat een ingediende aanvraag voor een vergunning reeds in een andere lidstaat daadwerkelijk in behandeling is, kan de betrokken lidstaat besluiten het gedetailleerde onderzoek van de aanvraag op te schorten en het beoordelingsrapport af te wachten dat door de andere lidstaat overeenkomstig artikel 25, lid 4, wordt opgesteld.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'artikel l4156-25 eingereicht' ->

Date index: 2022-03-08
w