Vertaling van "artikel 349 aeuv genannten regionen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Für Liechtenstein stellt diese (dieser) [RECHTSINSTRUMENT] eine Weiterentwicklung der Bestimmungen des Schengen-Besitzstands im Sinne des Protokoll zwischen der Europäischen Union, der Europäischen Gemeinschaft, der Schweizerischen Eidgenossenschaft und dem Fürstentum Liechtenstein über den Beitritt des Fürstentums Liechtenstein zu dem Abkommen zwischen der Europäischen Union, der Europäischen Gemeinschaft und der Schweizerischen Eidgenossenschaft über die Assoziierung der Schweizerischen Eidgenossenschaft bei der Umsetzung, Anwendung und Entwicklung des Schengen-Besitzstands* dar, die zu dem in Artikel 1 Buchstabe ... des Beschlusses 1999/437/EG in Verbindung mit Artikel 3 des Beschlusses 2011/349/UE des Rates * genannten Bereich gehören.
Wat Liechtenstein betreft, vormt deze (dit) [INSTRUMENT] een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis* die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder ..., van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/349/EU van de Raad**.

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

e)0,44 % (d. h. insgesamt 1 386 794 724 EUR) als zusätzliche Finanzmittel für die in Artikel 349 AEUV genannten Regionen in äußerster Randlage und die Regionen auf NUTS-2-Ebene, die die Kriterien des Artikels 2 des Protokolls Nr. 6 zur Beitrittsakte von 1994 erfüllen.
e)0,44 % (d.w.z. in totaal 1 386 794 724 EUR) als aanvullende financiering voor de in artikel 349 VWEU bedoelde ultraperifere gebieden en de regio's van NUTS-niveau 2 die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij de Toetredingsakte van 1994 voldoen.

– In den in Artikel 349 AEUV genannten Regionen in äußerster Randlage sowie in Insel- und Bergregionen und in den nördlichsten Regionen mit sehr geringer Bevölkerungsdichte im Sinne von Artikel 174 AEUV beträgt der Kofinanzierungshöchstsatz für Projekte gemäß Artikel 18 Buchstaben a, b, c, e, f, g und h 60 % und für Projekte gemäß Artikel 12 Buchstabe a 85 %.
– in de perifere regio's zoals omschreven in artikel 349 VWEU en in de meest noordelijke insulaire, bergachtige en zeer dunbevolkte gebieden zoals omschreven in artikel 174 VWEU, bedraagt het maximumpercentage voor cofinanciering voor de in artikel 18, onder a), b), c), e), f), g) en h), bedoelde projecten 60 %, en voor de in artikel 18, onder d), en in artikel 12, onder a), bedoelde projecten 85%.

0,44 % (d. h. insgesamt 1 387 000 000 EUR ) als zusätzliche Finanzmittel für die in Artikel 349 AEUV genannten Regionen in äußerster Randlage und die Regionen auf NUTS-2-Ebene, die die Kriterien des Artikels 2 des Protokolls Nr. 6 zum Beitrittsvertrag von Österreich, Finnland und Schweden erfüllen.
0,44 % (d.w.z. in totaal 1 387 000 EUR) als aanvullende financiering voor de in artikel 349 VWEU bedoelde ultraperifere gebieden en de regio's van NUTS-niveau 2 die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij het Verdrag betreffende de toetreding van Finland, Oostenrijk en Zweden voldoen.

Dies geschieht in Abstimmung mit anderen Finanzinstrumenten der Union und in Zusammenarbeit zwischen den ÜLG und den in Artikel 349 AEUV genannten Regionen in äußerster Randlage.
Dit moet worden gecoördineerd met andere financiële instrumenten van de Unie, in een samenwerking tussen de LGO en de ultraperifere gebieden die in artikel 349 VWEU worden vermeld.

eines oder mehrerer ÜLG und einer oder mehrerer der in Artikel 349 AEUV genannten Regionen in äußerster Randlage,
een of meer LGO en een of meer ultraperifere gebieden als bedoeld in artikel 349 van het VWEU.

Ein besonderes Augenmerk sollte auf die Regionen in äußerster Randlage gelegt werden, und zwar durch Maßnahmen gemäß Artikel 349 AEUV für eine einmalige Ausweitung des Interventionsbereichs des EFRE auf die Finanzierung von Betriebskosten, wodurch die Mehrkosten ausgeglichen werden sollen, die durch die besondere wirtschaftliche und soziale Lage dieser Regionen entstehen und die durch die aus den in Artikel 349 AEUV genannten Faktoren resultierenden Nachteile – Entlegenheit, Insellage, geringe Größe, schwierige topografische und klimatische Bedingungen und wirtschaftliche Abhängigkeit von wenigen Erzeugnissen – noch verstärkt werden und deren Dauerhaftigkeit und Kombination die Entwicklung dieser Regionen erheblich beeinträchtigen.
Specifieke aandacht dient te gaan naar de ultraperifere regio's, namelijk door maatregelen te nemen als bedoeld in artikel 349 VWEU die, bij wijze van uitzondering, de werkingssfeer van steun uit het EFRO verruimen tot de financiering van steun voor de bedrijfsvoering ter compensatie van de extra kosten die voortvloeien uit de specifieke economische en sociale situatie van die regio's, die wordt verergerd door belemmeringen die het gevolg zijn van de in artikel 349 VWEU vermelde factoren, namelijk verafgelegen en/of insulaire ligging, gering oppervlak, problematische topografie, ongunstig klimaat, en economische afhankelijkheid van een beperkt aantal producten, factoren die in combinatie met elkaar en door hun blijvende karakter de ontwikkeling van deze regio's bemoeilijken.

7. betont die Notwendigkeit, die Finanzierungskapazität auf subnationaler Ebene wiederherzustellen und zu verbessern sowie angemessene technische Unterstützung insbesondere bei der Umsetzung komplexer gemeinsamer Projekte unter lokaler Führung zu gewähren, um öffentliche Investitionen für Programme und Projekte sicherzustellen, die darauf abzielen, nachhaltiges Wachstum anzukurbeln, soziale Ausgrenzung zu bekämpfen und das soziale Gefüge wiederherzustellen, angemessene Gesundheits- und Sozialleistungen bereitzustellen und Arbeitsplätze zu sichern, besonders auf regionaler und lokaler Ebene; ist der Ansicht, dass die besondere zusätzliche Mittelzuweisung für Regionen in äußerster Randlage nicht Gegenstand der thematischen Konzentration sein und dazu verwendet werden sollten, um Mehrkosten auszugleichen, die in Verbindung mit den in Artikel 349 AEUV genannten Merkmalen und Zwängen in den Regionen in äußerster Randlage anfallen; weist außerdem darauf hin, dass die besondere zusätzliche Mittelzuweisung außerdem für die Finanzierung von Betriebsbeihilfen und Ausgaben im Zusammenhang mit gemeinwirtschaftlichen Verpflichtungen und Verträgen in den Regionen in äußerster Randlage verwendet werden kann;
7. benadrukt dat de financiële capaciteiten op subnationaal niveau moeten worden hersteld en verbeterd en dat gepaste technische bijstand moet worden verleend, vooral voor de uitvoering van complexe, lokaalgeleide, gemeenschappelijke projecten, om publieke investeringen te garanderen voor programma's en projecten die erop zijn gericht duurzame groei te stimuleren, sociale uitsluiting te bestrijden, het sociale weefsel te herstellen, passende gezondheids- en sociale diensten aan te bieden en banen te verzekeren, in het bijzonder op regionaal en lokaal niveau; houdt eraan dat de specifieke extra toewijzing voor ultraperifere gebieden niet onder de thematische concentratie mag vallen en moet worden gebruikt om ter compensatie van de extra kosten die in verband met de in artikel 349 van het VWEU bedoelde kenmerken en beperkingen in de ultraperifere gebieden ontstaan; merkt bovendien op dat de specifieke extra toewijzing ook mag worden gebruikt om exploitatiesteun en uitgaven voor openbaredienstverplichtingen en overheidsopdrachten voor dienstverlening in de ultraperifere gebieden te helpen financieren;

9. macht darauf aufmerksam, dass die Lage der Regionen in äußerster Randlage in dem Vorschlag für die neue ESF-Verordnung wieder nicht zur Sprache kommt, nicht nur in Bezug auf die in Artikel 349 AEUV genannten strukturbedingten Gegebenheiten, sondern auch in Bezug auf ihre besondere wirtschaftliche Situation, die dazu führt, das sie zu den EU-Regionen mit der höchsten Arbeitslosenquote zählen;
9. vestigt de aandacht op het feit dat de situatie van de UPR's opnieuw niet vermeld wordt in het voorstel voor een verordening voor het volgende ESF, niet alleen gezien de structurele kenmerken die in artikel 349 van het VWEU worden genoemd, maar ook vanwege hun bijzondere economische situatie waardoor zij tot de gebieden met de hoogste werkloosheidspercentages van de EU behoren;