Vertaling van "arbeitsmarktpolitik besteht " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Arbeitsmarktreferent | Referentin für Arbeitsmarktpolitik | Referent für Arbeitsmarktpolitik/Referentin für Arbeitsmarktpolitik | Sachbearbeiter/in für Arbeitsmarktpolitik
beleidsambtenaar arbeidsmarkt | beleidsmedewerker arbeidsmarkt

aktive Arbeitsmarktpolitik | aktive arbeitsmarktpolitische Maßnahmen
actief arbeidsmarktbeleid | AAMB [Abbr.]

Beschäftigungspolitik [ Arbeitsbeschaffungspolitik | Arbeitsmarktpolitik | Arbeitsplatzflexibilität ]
werkgelegenheidsbeleid [ arbeidsbeleid | tewerkstellingsbeleid ]

Arbeitsmarktpolitik
arbeidsmarktbeleid

aktivierende Arbeitsmarktpolitik | Aktivierungspolitik
activeringsbeleid

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Ein Ausschuss für Beschäftigungs- und Arbeitsmarktpolitik besteht seit Dezember 1996, mit begrenzter Zuständigkeit.
Sinds december 1996 bestaat er een Comité voor de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt.

Die Herausforderung besteht darin, durch aktive Arbeitsmarktpolitik und entsprechende Anreize bei mehr Menschen das Interesse für den Arbeitsmarkt zu wecken.
De uitdaging bestaat erin door een actief arbeidsmarktbeleid en adequate stimulansen ervoor te zorgen dat de arbeidsmarkt voor meer mensen aantrekkelijk wordt en blijft.

Während bei der Wiedereingliederung von Arbeitslosen ins Erwerbsleben Fortschritte erzielt wurden, besteht weiter Bedarf an Reformen, die auf eine aktive Arbeitsmarktpolitik abzielen.
Hoewel vooruitgang is geboekt wat betreft de herintrede van werklozen op de arbeidsmarkt, moet het actieve arbeidsmarktbeleid verder worden hervormd.

Das Ziel dieser Auflagen für die Arbeitsmarktpolitik besteht darin, Arbeitsplätze zu schaffen und eine langfristige Arbeitslosigkeit bei den am meisten gefährdeten Bevölkerungsgruppen in Irland zu verhindern.
De voorwaarden inzake arbeidsmarktbeleid zijn erop gericht banen te scheppen en langdurige werkloosheid onder de meest kwetsbare groepen in Ierland te voorkomen.

2. weist darauf hin, dass eines der Ziele des EU-Aktionsplans für unbegleitete Minderjährige darin besteht, dass die EU und ihre Mitgliedstaaten sich mit den grundlegenden Ursachen der Migration befassen und die Frage der unbegleiteten Minderjährigen in die Entwicklungszusammenarbeit einbeziehen und auf diese Weise dazu beitragen, dass ein sicheres Umfeld für Kinder geschaffen wird, damit diese in ihren Herkunftsländern aufwachsen können; weist mit Nachdruck auf die Notwendigkeit hin, die präventive Dimension der EU-Politik in Bezug auf unbegleitete Minderjährige weiter auszubauen, indem die Bemühungen zur Beseitigung der Armut und in den Bereichen Gesundheits- und Arbeitsmarktpolitik, Menschenrechte und Demokratisierung sowie Wiederaufbau nach Konflikten verstärkt in den Vordergrund gestellt werden;
2. herinnert eraan dat een van de doelstellingen van het EU-actieplan betreffende niet-begeleide minderjarigen voor de EU en haar lidstaten het aanpakken van de achterliggende oorzaken van migratie was en het integreren van de kwestie van niet-begeleide minderjarigen in de ontwikkelingssamenwerking, en aldus bij te dragen aan een omgeving voor kinderen in hun land van herkomst waar ze veilig kunnen opgroeien; benadrukt dat de preventieve dimensie van EU-beleid met betrekking tot niet-begeleide minderjarigen verder moet worden ontwikkeld door meer te focussen op inspanningen om armoede uit te bannen, op beleid op het gebied van gezondheid en werk, mensenrechten en democratisering, en wederopbouw na conflicten;

5. begrüßt den von der Kommission verabschiedeten Aktionsplan 2010-2014 über unbegleitete Minderjährige; bedauert hingegen, dass der Ansatz der Kommission nicht stärker auf dem Schutz der Grundrechte dieser Minderjährigen fußt und hält fest, dass die bestehenden Maßnahmen nicht ausreichen und es für einen umfassenden Schutz unbegleiteter Minderjähriger weitergehender Maßnahmen bedarf; weist darauf hin, dass eines der Ziele des EU-Aktionsplans für unbegleitete Minderjährige darin besteht, dass die EU und ihre Mitgliedstaaten sich mit den grundlegenden Ursachen der Migration befassen und die Frage der unbegleiteten Minderjährigen in die Entwicklungszusammenarbeit einbeziehen, um auf diese Weise dazu beizutragen, dass ein sicheres Umfeld für Kinder geschaffen wird und sie so in ihren Herkunftsländern aufwachsen können; weist mit Nachdruck darauf hin, dass die präventive Dimension der EU-Politik bezüglich unbegleiteter Minderjähriger weiterentwickelt werden und dabei das Hauptaugenmerk auf verstärkte Bemühungen zur Beseitigung der Armut und die Bereiche Gesundheits- und Arbeitsmarktpolitik, Menschenrechte und Demokratisierung sowie Wiederaufbau nach Konflikten zu richten ist; ist der Auffassung, dass die EU über den von der Kommission vorgeschlagenen Aktionsplan hinausgehen muss, damit die Grundrechte unbegleiteter Minderjähriger auch wirklich gestärkt werden; betont insbesondere, dass die Stellung des gesetzlichen Vormunds in der EU und den Partnerländern gestärkt werden muss, und hält es für außerordentlich wichtig, in Zusammenarbeit mit den Herkunfts- und Transitländern einen Überwachungsplan auszuarbeiten, damit gewährleistet ist, dass Kinder nach ihrer Rückkehr angemessen geschützt und wieder in ihr Herkunftsland integriert werden;
5. is ingenomen met de goedkeuring door de Commissie van het actieplan 2010-2014 voor niet-begeleide minderjarigen; betreurt evenwel dat de benadering van de Commissie niet in grotere mate op de bescherming van de grondrechten van deze minderjarigen berust en stelt vast dat de bestaande maatregelen ontoereikend zijn en dat uitgebreidere maatregelen nodig zijn voor een veelomvattende bescherming van niet-begeleide minderjarigen; herinnert eraan dat de EU en de lidstaten zich met het actieplan betreffende niet-begeleide minderjarigen ten doel gesteld hebben de achterliggende oorzaken van migratie aan te pakken en het vraagstuk van niet-begeleide minderjarigen in ontwikkelingssamenwerking te integreren, en er aldus toe bij te dragen dat kinderen in hun land van herkomst in een veilige omgeving kunnen opgroeien; benadrukt dat de preventieve dimensie van EU-beleid met betrekking tot niet-begeleide minderjarigen verder moet worden ontwikkeld door meer te focussen op inspanningen om armoede uit te bannen, op beleid op het gebied van gezondheid en werk, mensenrechten en democratisering, en wederopbouw na conflicten; is van mening dat de EU verder moet gaan dan het door de Commissie voorgestelde actieplan zodat de grondrechten van niet-begeleide minderjarigen werkelijk meer inhoud krijgen; benadrukt met name dat de status van "voogd" in de EU en de partnerlanden moet worden versterkt; is van mening dat het uiterst belangrijk is dat er een toezichtsplan wordt opgesteld in samenwerking met de landen van herkomst en mogelijke doorvoerlanden om ervoor te zorgen dat het kind na zijn terugkeer voldoende bescherming geniet en wordt opgenomen door het land van herkomst;

42. weist darauf hin, dass die Geschlechtergleichstellung eine wesentliche Komponente aller politischen Konjunkturmaßnahmen sein muss; drängt auf die Verstärkung von politischen Maßnahmen und Praktiken, die sicherstellen, dass mehr Frauen bei ihrem Eintritt in den Arbeitsmarkt einer Beschäftigung unter menschenwürdigen Bedingungen und mit sozialer Absicherung nachgehen; fordert öffentliche Investitionen in Betreuungsdienste zur Verringerung der unbezahlten Haushalts- und Betreuungsarbeit von Frauen; besteht darauf, dass sich die Arbeitsmarktpolitik damit befasst, dass es nicht genug Möglichkeiten für Elternzeit zur Kinderbetreuung und -erziehung gibt;
42. brengt in herinnering dat het nodig zal zijn om een gendercomponent bij al het herstelbeleid te betrekken; doet een dringend beroep om het beleid en de praktijken die ervoor moeten zorgen dat er meer vrouwen toetreden tot de arbeidsmarkt in banen met fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en sociale bescherming te handhaven; roept op tot overheidsinvesteringen in de zorgverlening om het onbetaalde huishoudelijke en verzorgingswerk van vrouwen terug te dringen; staat erop dat het beleid voor de arbeidsmarkt gericht moet zijn op de aanpak van het gebrek aan tijd bij ouders voor zorg en opvoeding;

Der Rat WEIST DARAUF HIN, dass zwischen Arbeitsmarktpolitik und Bildungspolitik ein enger Zusam­menhang besteht: Der Nutzen der Bildung ist dort geringer, wo hohe Qualifikationen auf dem Arbeitsmarkt weniger honoriert werden, auch wenn diese Qualifikationen vielleicht benötigt werden, um das Wachstums­potenzial auf lange Sicht zu erhöhen.
De Raad WIJST EROP dat arbeidsmarktbeleid en onderwijsbeleid ten nauwste samenhangen: het rendement op onderwijs is lager wanneer de arbeidsmarkt hoge vaardigheden lager waardeert, hoe noodzakelijk die vaardigheden ook zijn om het groeipotentieel gestaag te doen toenemen.

K. in der Erwägung, dass in Zeiten des wirtschaftlichen Abschwungs und wachsender Arbeitslosigkeit vor allem für die schutzbedürftigsten gesellschaftlichen Gruppen wie Frauen, ältere Menschen und Menschen mit Behinderungen die Gefahr besteht, dass zu den bereits vorhandenen Armen, die unter Armut und Ausgrenzung vom Arbeitsmarkt leiden, eine große Zahl neuer Arbeitsloser hinzukommt; in der Erwägung, dass es von größter Wichtigkeit ist, soziale Eingliederung und die entsprechende Arbeitsmarktpolitik durch integriertes und kohärentes Vorgehen im Rahmen des Europäischen Konjunkturprogramms zu verfolgen; in der Erwägung, dass ein Teil der öffentlichen Mittel dafür genutzt werden sollten, die Aufwendungen für den Sozial-, Gesundheits- und Bildungsbereich sowie sonstige unabdingbare soziale Leistungen und Dienste von allgemeinem Interesse beizubehalten und zu verbessern,
K. overwegende dat in tijden van economische neergang en groeiende werkloosheid het risico bestaat dat werknemers in groten getale worden ontslagen, zodat het aantal mensen dat reeds armoede lijdt en van de arbeidsmarkt is uitgesloten, nog toeneemt, vooral de meest kwetsbare groepen, zoals vrouwen, ouderen en gehandicapten; dat het daarom van essentieel belang is dat een beleid gericht op sociale inclusie en een daaraan gerelateerd arbeidsmarktbeleid via een geïntegreerde en coherente aanpak worden uitgevoerd in het kader van het Europees economisch herstelplan; overwegende dat een deel van de openbare middelen gebruikt zou moeten worden voor het handhaven en verbeteren van de investeringen in de sociale sector, de gezondheidszorg, het onderwijs en andere essentiële sociale diensten en diensten van algemeen belang,