20. weist darauf hin, dass große Unterschiede hinsichtlich der Wachstumsraten der einzelnen Mitgliedstaaten bestehen und äußert Sorge über das relativ langsame Wachstum in vielen größeren EU-Mitgliedstaaten, das in erster Linie auf die Stagnierung der Binnennachfrage zurückzuführen ist; stellt in diesem Zusammenhang fest, dass die skandinavischen Länder überdurchschnittliche Wachstumsraten einhergehend mit einer erheblichen Verringerung der Arbeitslosigkeit in letzter Zeit verzeichnen;
20. wijst erop dat grote discrepanties bestaan tussen de groeipercentages van de afzonderlijke landen en is bezorgd over het betrekkelijk lage groeipercentage in een aantal van de grote lidstaten van de EU, hetgeen voornamelijk te wijten is aan de stagnerende interne vraag; wijst in dit verband op het bovengemiddelde groeipercentage van de Scandinavische landen dat vergezeld gaat van een recente aanzienlijke daling van de werkeloosheid;