4. betont, dass Unausgewogenheiten auf dem Arbeitsmarkt (Missverhältnisse zwischen geforderten und vorhandenen Qualifikationen) den besseren Zugang zu Beschäftigung und das Gleichgewicht zwischen dem Verlust und der Schaffung von Arbeitsplätzen behindern; fordert, dass die Umstrukturierung der Wirtschaft von einer angemessenen Umstrukturierung des Bildungssystems und ausreichenden Maßnahmen zur aktiven Aus- und Weiterbildung für Arbeitnehmer und Arbeitslose begleitet sein muss, um die Beschäftigungsfähigkeit zu verbessern;
4. onderstreept dat onevenwichtigheden op de arbeidsmarkt (o.a. wat betreft kwalificaties en beroepsuitoefening) een belemmering vormen voor een betere toegang tot de arbeidsmarkt en voor het evenwicht tussen verlies en schepping van arbeidsplaatsen; dringt erop aan dat de herstructurering van de economie gepaard gaat met een adequate herstructurering van het onderwijsstelsel en met een voldoende actief beleid op het gebied van (her)scholing voor mensen met een baan en werklozen ten einde de inzetbaarheid te vergroten;
