Der vorlegende Richter befragt den Hof zur Vereinbarkeit von Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches vor dessen Abänderung durch das Gesetz vom 21. Februar 2010 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern dem belgischen Staat eine Verfahrensentschädigung auferlegt werden könne, wenn das Arbeitsauditorat in seiner Klage auf der Grundlage von Artikel 138bis § 2 des Gerichtsgesetzbuches unterliege.
De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de wijziging ervan bij de wet van 21 februari 2010, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de Belgische Staat kan worden gelegd wanneer het arbeidsauditoraat in het ongelijk wordt gesteld bij zijn op grond van artikel 138bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek ingestelde rechtsvordering.