2. erachtet es
als notwendig, die Verantwortungsbereiche der EU gemäß den in den Verträgen festgelegten Grundsätzen der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit klar zu umreißen; erkennt den Grundsatz an, dass es den Kommunalbehörden freigestellt ist, eigene Mobilitätsstrategien zu verabschieden, sofern diese nicht im Widerspruch zu den entsprechenden nationalen und gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften stehen; geht gleichzeitig davon aus, dass – bei Anwendung der oben genannten Grundsätze – die Mitgliedstaaten, S
tädte und Gemeinden sich ihrer ...[+++] eigenen Verant
wortung dafür bewusst sind, die Mobilität in der Stadt besser zu gestalten und zu planen; räumt allerdings ein, dass ein abgestimmtes Vorgehen innerhalb der Gemeinschaft in Bezug auf Mobilität in der Stadt in manchen Bereichen einen eindeutigen Mehrwert bringen kann;
2
. acht het noodzakelijk de bevoegdheidsgebieden van de EU duidelijk af te bakenen overeenkomstig de in de Verdragen vastgelegde beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit; erkent het beginsel dat het plaatselijke autorite
iten vrij staat hun eigen mobiliteitsbeleid te ontwikkelen, mits zij daarbij de relevante nationale en communautaire wetgevingen niet overtreden; verwacht tegelijkertijd dat de lidstaten, steden en gemeenten - met inachtneming van de hierboven ge
noemde beginselen - zich ...[+++] bewust zijn van hun verantwoordelijkheden om de stedelijke mobiliteit beter te organiseren en te plannen; erkent overigens dat een gecoördineerd optreden inzake stedelijke mobiliteit in de Gemeenschap een duidelijke meerwaarde kan hebben;