(1) Erfuellt eine natürliche oder juristische Person, die über einzelbetriebliche Referenzmengen verfügt, während eines Zwölfmonatszeitraums nicht mehr die in Artikel 5 Buchstabe c) genannten Bedingungen, so werden diese Mengen spätestens am 1. April des darauf folgenden Kalenderjahres der nationalen Reserve zugeschlagen, es sei denn, diese Person wird vor diesem Zeitpunkt wieder Erzeuger im Sinne des Artikels 5 Buchstabe c).
1. Wanneer een natuurlijke of rechtspersoon die over individuele referentiehoeveelheden beschikt, gedurende een tijdvak van twaalf maanden niet langer aan de voorwaarden van artikel 5, onder
c), voldoet, worden deze referentiehoeveelh
eden uiterlijk op 1 april van het daaropvolgende
kalenderjaar aan de nationale reserve toegevoegd, tenzij di
e persoon vóór deze datum zijn bedrijf als producent in de zin van artik
...[+++]el 5, punt c), hervat.