2. bekräftigt angesichts der in den E
ntlastungsverfahren 2007 und 2008 aufgetretenen Probleme seinen in seinem
Beschluss vom 25. April 2002 über die Entlastung für das Haushaltsjahr 2000 vertretenen Standpunkt, ’dass das Europäische Parlament und der Rat in der Vergangenheit die Ausführung ihrer jeweilige
n Einzelpläne nicht überprüft haben; ist der Auffassung, dass in Anbetracht des zunehmend operationellen Charakters der im Rahm
...[+++]en des Verwaltungshaushalts des Rates finanzierten Ausgaben in den Bereichen Auswärtige Angelegenheiten, Sicherheits- und Verteidigungspolitik sowie Justiz und Innere Angelegenheiten der Anwendungsbereich dieser Vereinbarung dahingehend geklärt werden sollte, dass zwischen traditionellen Verwaltungsausgaben und Tätigkeiten in diesen neuen Politikbereichen unterschieden wird ’; 2. herhaalt, gelet op de problemen bij de kwi
jtingsprocedures in 2007 en 2008, het in
zijn besluit van 25 april 2002 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2000 ingenomen standpunt dat ’[...] het Europees Parlement en de Raad in het verleden de uitvoering van elkaars afdelingen van de begroting niet hebben onderzocht; is van oordeel dat, gezien het feit dat uitgaven op het gebied van buitenlandse zaken, veiligheid en defensie en van justitie en binnenlandse zaken, die uit de huishoudelijke begroting van de Raad wor
...[+++]den gefinancierd, steeds meer de vorm aannemen van beleidsuitgaven, duidelijkheid moet worden geschapen in deze regeling, teneinde te komen tot een helder onderscheid tussen de traditionele huishoudelijke uitgaven en acties met betrekking tot nieuwe beleidsterreinen’;