Der vorlegende Richter leitet daraus ab, dass der Betreiber eines Taxidienstes, der seinen Betriebssitz in der Region Brüssel-Hauptstadt habe, in Ermangelung eines Betriebssitzes in der Flämischen Region keine Genehmigung im Sinne von Artikel 25 des Dekrets vom 20. April 2001 erhalten könne.
De verwijzende rechter leidt daaruit af dat de aanbieder van een taxidienst die zijn exploitatiezetel in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft, bij gebrek aan een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest, geen vergunning als bedoeld in artikel 25 van het decreet van 20 april 2001 zou kunnen verkrijgen.