Vertaling van "april 1835 vorgesehene " (Duits → Nederlands) :

« Verstossen die Artikel 23 des Gesetzes vom 17. April 1835 sowie 12 und 3 des Gesetzes vom 27. Mai 1870, in der Auslegung durch den Kassationshof in seinem Urteil vom 14. Oktober 1948 (Pas., I, S. 564), gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die enteigneten Eigentümer, denen - bzw. deren Anspruchsberechtigten - ein innerhalb einer durch Gesetz bestimmten Frist persönlich auszuübendes Rückabtretungsrecht zuerkannt wird, von dem sie betreffenden Verwaltungsakt Kenntnis nehmen sollen, indem sie die Anschläge der Gemeinde konsultieren, während alle Bürger, die Gegenstand eines Verwaltungsaktes mit individueller Tragweite sind, der von einer Verwaltungsbehörde ausgeht, anführen können, dass er ihnen nicht entgegengehalten werden kann, solange er ihnen nicht notifiziert wurde, und somit für sie die für die Ausübung ihrer Rechte vorgesehene Frist erst am Datum dieser Notifikation anfängt?
« Schenden de artikelen 23 van de wet van 17 april 1835 en 12 en 3 van de wet van 27 mei 1870, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn arrest van 14 oktober 1948 (Pas., I, p. 564), niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de eigenaars die onteigend worden, aan wie of aan wier rechthebbenden een binnen een bij wet bepaalde termijn uit te oefenen persoonlijk recht op wederafstand is toegekend, kennis moeten nemen van de hen betreffende individuele handeling door de aanplakborden van de gemeente te raadplegen, terwijl alle bestuurden die het voorwerp zijn van een handeling met individuele strekking uitgaande van een overheid kunnen aanvoeren dat die hun niet kan worden tegengeworpen zolang hun daarvan geen kennis is gegeven, waardoor voor hen de termijn voor de uitoefening van hun rechten pas aanvangt op de datum van die kennisgeving ?

« Verstossen die Artikel 23 des Gesetzes vom 17. April 1835 sowie 12 und 3 des Gesetzes vom 27. Mai 1870, in der Auslegung durch den Kassationshof in seinem Urteil vom 14. Oktober 1948 (Pas. , I, S. 564), gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die enteigneten Eigentümer, denen - bzw. deren Anspruchsberechtigten - ein innerhalb einer durch Gesetz bestimmten Frist persönlich auszuübendes Rückabtretungsrecht zuerkannt wird, von dem sie betreffenden Verwaltungsakt Kenntnis nehmen sollen, indem sie die Anschläge der Gemeinde konsultieren, während alle Bürger, die Gegenstand eines Verwaltungsaktes sind, der von einer Verwaltungsbehörde ausgeht, anführen können, dass er ihnen nicht entgegengehalten werden kann, solange er ihnen nicht notifiziert wurde, und somit für sie die für die Ausübung ihrer Rechte vorgesehene Frist erst am Datum dieser Notifikation anfängt?
« Schenden de artikelen 23 van de wet van 17 april 1835 en 12 en 3 van de wet van 27 mei 1870, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn arrest van 14 oktober 1948 (Pas ., I, p. 564), niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de eigenaars die onteigend worden, aan wie of aan wier rechthebbenden een binnen een bij wet bepaalde termijn uit te oefenen persoonlijk recht op wederafstand is toegekend, kennis moeten nemen van de hen betreffende individuele handeling door de aanplakborden van de gemeente te raadplegen, terwijl alle bestuurden die het voorwerp zijn van een handeling met individuele strekking uitgaande van een overheid kunnen aanvoeren dat die hen niet kan worden tegengeworpen zolang hen daarvan geen kennis is gegeven, waardoor voor hen de termijn voor de uitoefening van hun rechten pas aanvangt op de datum van die kennisgeving ?

Das in Artikel 23 des Gesetzes vom 17. April 1835 über die Enteignung im öffentlichen Interesse vorgesehene Rückabtretungsrecht kann für die im vorliegenden Artikel erwähnten Enteignungen nicht geltend gemacht werden.
Het recht van teruggave bepaald bij artikel 23 van de wet van 17 april 1835 betreffende de onteigening ten algemenen nutte kan niet worden ingeroepen voor de onteigeningen bedoeld in dit artikel.

Das Retrozessionsrecht, das in Artikel 23 des Gesetzes vom 17. April 1835 vorgesehen ist, kann nicht für in diesem Artikel vorgesehene Enteignung geltend gemacht werden ».
Het recht van wederafstand voorzien bij artikel 23 van de wet van 17 april 1835 kan niet worden ingeroepen voor de bij dit artikel bedoelde onteigening ».

Artikel 30 § 1 Absatz 4 des Gesetzes vom 30. Dezember 1970 über den Wirtschaftsaufschwung verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern das in Artikel 23 des Gesetzes vom 17. April 1835 vorgesehene Retrozessionsrecht nicht geltend gemacht werden kann, wenn die Behörde nicht mehr das gemeinnützige Ziel anstrebt oder anstreben kann.
Artikel 30, § 1, vierde lid, van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het recht van wederafstand waarin artikel 23 van de wet van 17 april 1835 voorziet, niet kan worden aangevoerd wanneer de overheid het doel van algemeen belang niet langer nastreeft of kan nastreven.