(1) Ein Mitgliedstaat übernimmt auf Ersuchen der Russischen Föderation nach dem in diesem Abkommen vorgesehenen Verfahren jede Person, die die geltenden Voraussetzungen für die Einreise in das Hoheitsgebiet der Russischen Föderation oder die Anwesenheit oder den Aufenthalt in ihrem Hoheitsgebiet nicht oder nicht mehr erfüllt, sofern im Einklang mit Artikel 9 dieses Abkommens nachgewiesen werden kann, dass der Betreffende Staatsangehöriger dieses Mitgliedstaats ist.
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van de Russische Federatie en volgens de in deze overnameovereenkomst vastgestelde procedure, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de Russische Federatie, wanneer overeenkomstig artikel 9 van deze overnameovereenkomst is aangetoond dat de betrokken persoon een onderdaan is van die lidstaat.