Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «anwendung dieser bestimmung war jedoch » (Allemand → Néerlandais) :

Voraussetzung für die Anwendung dieser Bestimmung war jedoch die Annahme der Änderung der bereits erwähnten SAPARD-Grundverordnung.

De toepassing van deze bepaling was echter afhankelijk van de goedkeuring van de wijziging van de Sapard-basisverordening waarnaar hierboven wordt verwezen.


In der vorherigen Fassung dieser Bestimmung war jedoch bereits die Möglichkeit enthalten, einen verhinderten Beisitzer durch einen im Kammerverzeichnis eingetragenen Rechtsanwalt, der mindestens dreißig Jahre alt ist, zu ersetzen, doch dies verhindert nicht, dass der Gesetzgeber erneut gesetzgebend in der betreffenden Angelegenheit aufgetreten ist.

De vorige versie van die bepaling bevatte weliswaar reeds de mogelijkheid om een verhinderde assessor te vervangen door een op het tableau van de Orde ingeschreven advocaat die ten minste dertig jaar oud is, maar dit neemt niet weg dat de wetgever opnieuw regelgevend is opgetreden in de erin vervatte aangelegenheid.


Zur Anwendung dieser Bestimmung werden folgende Personen dem Konkursschuldner gleichgesetzt: die Verwaltungsratsmitglieder und die Geschäftsführer einer in Konkurs geratenen Handelsgesellschaft, deren Rücktritt nicht mindestens ein Jahr vor der Konkurseröffnung in den Anlagen zum Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wurde, sowie jede andere Person, die, ohne Verwaltungsratsmitglied oder Geschäftsführer zu sein, tatsächlich befugt ...[+++]

Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende personen met de gefailleerde gelijkgesteld : de bestuurders en de zaakvoerders van een failliet verklaarde handelsvennootschap van wie het ontslag niet ten minste één jaar vóór de faillietverklaring in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, alsook iedere andere persoon die, zonder bestuurder of zaakvoerder te zijn, werkelijk bevoegd is geweest om de failliet verklaarde vennootschap te beheren'.


Diese Diskriminierung ergibt sich jedoch nicht aus Artikel 2bis des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, sondern aus dem Fehlen eines Mechanismus, der die Übernahme der Kosten und Honorare des in Anwendung dieser Bestimmung bestimmten Ad-hoc-Bevollmächtigten ermöglicht, wenn die juristische Person, die er vertritt, zahlungsunfähig ist.

Die discriminatie vindt echter niet haar oorsprong in artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, maar in het ontbreken van een mechanisme dat toelaat de kosten en erelonen van de met toepassing van die bepaling aangewezen lasthebber ad hoc ten laste te nemen wanneer de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt insolvabel is.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 11. Juni 2015 in Sachen der Flämischen Region gegen Tony Sneijers, dessen Ausfertigung am 22. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 51 des Gesetzes vom 16. September 1807 über die Sumpftrockenlegung - der bestimmt: ' Häuser und Gebäude, von denen ein Teil aus Gründen eines gesetzlich anerkannten Nutzens der Allgemeinheit abge ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 11 juni 2015 in zake het Vlaamse Gewest tegen Tony Sneijers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Maakt artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende de drooglegging van de moerassen waarvan de Franse tekst luidt als volgt : ' les maisons et bâtiments dont il serait nécessaire de faire démolir et d'enlever une portion pour cause d ...[+++]


In Bezug auf den vorerwähnten Artikel 44/1 § 2 heißt es in den Vorarbeiten zum angefochtenen Gesetz: « Dieser Paragraph entspricht dem ehemaligen Artikel 44/1 Absatz 2. Für die Anwendung dieser Bestimmung ist die Annahme eines zusätzlichen königlichen Erlasses nicht erforderlich.

Met betrekking tot het voormelde artikel 44/1, § 2, vermeldt de parlementaire voorbereiding van de bestreden wet : « Deze paragraaf komt overeen met het oude artikel 44/1, lid 2. Om deze bepaling toe te passen is het niet nodig om een bijkomend koninklijk besluit aan te nemen.


Um zu gewährleisten, dass die enteignende Behörde die richtigen Informationen hinsichtlich der Anwendung dieser Bestimmung erhält, muss sie bei dem Institut eine Bodenbescheinigung beantragen, in der unter anderem bestätigt wird, dass der Boden aller Parzellen, die von dem zu enteignenden Grundstück betroffen sind, zur Kategorie 0 des Inventars der Bodenbeschaffenheit gehört.

Om te verzekeren dat de onteigenende autoriteit de juiste informatie ontvangt inzake de toepassing van deze bepaling, moet ze bij het Instituut een bodemattest aanvragen dat onder andere bevestigt dat de bodem van alle percelen betrokken bij het te onteigenen terrein deel uitmaakt van de categorie 0 van de inventaris van de bodemtoestand.


Gibt es in einer der in Absatz 3 erwähnten Gruppen eine ungerade Anzahl Stellen, wird ein Amtsinhaber dieser Gruppe für die Anwendung dieser Bestimmung nicht mitgezählt.

Is er in één van de in het derde lid bedoelde groepen een oneven aantal betrekkingen, dan wordt één ambtsdrager van die groep niet meegerekend voor de toepassing van deze bepaling.


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern L. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 13. April 2015 in Sachen der « Repassvite » Gen.mbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 22. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Hennegau, Abteilung Mons, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 193bis des EStGB 1992 gegen die Artikel 10, 11 und 170 [zu lesen ist: 172 ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. MerckxVan Goey, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 13 april 2015 in zake de cvba « Repassvite » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Bergen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 193bis van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 170 [lees : 172] van de Grondwet, in zoverre het de tewerkstellin ...[+++]


In letztgenanntem Fall wurde die Anwendung dieser Bestimmung jedoch deutlich durch ein Urteil des House of Lords bezüglich der Einhaltung von Artikel 3 der Europäischen Menschenrechtskonvention eingeschränkt[11].

In het laatste geval is de toepassing van voornoemde bepaling echter sterk beperkt door het arrest van het Britse Hogerhuis inzake de naleving van artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.[11]


w