Vertaling van "anwendung aller iao-übereinkommen " (Duits → Nederlands) :

l)„tatsächliche Anwendung“ die vollständige Anwendung aller Zusagen und Verpflichtungen im Rahmen der in Anhang VIII aufgeführten internationalen Übereinkommen, wodurch die Erfüllung aller darin zugesicherten Grundsätze, Ziele und Rechte gewährleistet wird.
„daadwerkelijke tenuitvoerlegging” : de volledige tenuitvoerlegging van alle verbintenissen en verplichtingen in het kader van de internationale verdragen die worden genoemd in bijlage VIII, waardoor wordt gewaarborgd dat alle daarin vastgestelde beginselen, doelstellingen en rechten worden nageleefd.

„tatsächliche Anwendung“ die vollständige Anwendung aller Zusagen und Verpflichtungen im Rahmen der in Anhang VIII aufgeführten internationalen Übereinkommen, wodurch die Erfüllung aller darin zugesicherten Grundsätze, Ziele und Rechte gewährleistet wird.
l) „daadwerkelijke tenuitvoerlegging”: de volledige tenuitvoerlegging van alle verbintenissen en verplichtingen in het kader van de internationale verdragen die worden genoemd in bijlage VIII, waardoor wordt gewaarborgd dat alle daarin vastgestelde beginselen, doelstellingen en rechten worden nageleefd.

Die klagenden Parteien führen im ersten Klagegrund einen Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 6 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit dem IAO-Übereinkommen Nr. 98 über die Anwendung der Grundsätze des Vereinigungsrechtes und des Rechtes zu Kollektivverhandlungen und mit dem IAO-Übereinkommen Nr. 154 über die Förderung von Kollektivverhandlungen, an, da das angefochtene Gesetz einen erheblichen und ungerechtfertigten Rückschritt im Schutz des Rechts auf kollektive Verhandlungen beinhalte.
De verzoekende partijen voeren in het eerste middel een schending aan van de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 6 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met het IAO-Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de grondbeginselen van het recht van organisatie en collectief overleg en met het IAO-Verdrag nr. 154 betreffende de bevordering van het collectief overleg, doordat de bestreden wet een aanzienlijke en ongerechtvaardigde achteruitgang zou inhouden van de bescherming van het recht op collectief onderhandelen.

In ihrem ersten Klagegrund führen die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6274 einen Verstoß durch die angefochtene Bestimmung gegen Artikel 23 der Verfassung in Verbindung mit unter anderem Artikel 6 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 28 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und mit Artikel 4 des Übereinkommens Nr. 98 der Internationalen Arbeitsorganisation (IAO) über die Anwendung der Grundsätze des Vereinigungsrechts und des Rechtes zu Kollektivverhandlungen an.
In hun eerste middel voeren de verzoekende partijen in de zaak nr. 6274 de schending aan, door de bestreden bepaling, van artikel 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met, onder meer, artikel 6 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 4 van het Verdrag nr. 98 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) betreffende de toepassing van de grondbeginselen van het recht van organisatie en collectief overleg.

T. in der Erwägung, dass die Ratifizierung und Anwendung der IAO-Übereinkommen, die von der IAO als besonders aktuell eingestuft wurden, gefördert werden muss, um schrittweise Verbesserungen bei der Berücksichtigung der vier Säulen für eine Arbeit in Würde (Beschäftigung, sozialer Schutz, sozialer Dialog, Rechte am Arbeitsplatz) zu erreichen, wobei insbesondere den Übereinkommen mit sozialer Ausrichtung Nr. 81 und Nr. 129 über Arbeitsaufsicht, Nr. 122 über Beschäftigungspolitik und Nr. 144 über Drei-Parteien-Konsultationen Rechnung zu tragen ist,
T. overwegende dat de ratificatie en tenuitvoerlegging van IAO-verdragen die door de IAO als up-to-date zijn aangemerkt, moeten worden bevorderd, teneinde een steeds ruimere dekking te verwezenlijken van de vier pijlers van fatsoenlijk werk, te weten werkgelegenheid, sociale bescherming, sociale dialoog en rechten op het werk, met speciale nadruk op de sociale bestuursverdragen nr. 81 en nr. 129 inzake de arbeidsinspectie, nr. 122 inzake de werkgelegenheidspolitiek en nr. 144 inzake tripartiete onderhandelingen,

11. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, sich für die Anwendung aller IAO-Übereinkommen in allen Ländern und vor allem des IAO-Übereinkommens C 182 vom 17. Juni 1999 über das Verbot von Kinderarbeit und Sofortmaßnahmen zur Beseitigung ihrer schlimmsten Formen einzusetzen, und dabei angemessene Maßnahmen zur Gewährleistung der Ausbildung dieser Kinder zu fördern und an der Befriedigung der bestehenden Ausbildungsbedürfnisse und der Einführung eines alternativen Systems mitzuwirken, das Einkommensquellen für die Familien dieser Kinder eröffnet; erkennt an, dass die Verantwortung für die Anwendung international vereinbarter Standards nach wie vor sowohl bei Unternehmen als auch bei Regierungen selbst liegt, und begrüßt daher Initiativen der Kommission, die darauf hinauslaufen, den politischen Dialog mit den Entwicklungsländern zu intensivieren, Mittel für die Überwachung internationaler Standards bereitzustellen und ihrer eigenen möglichen Rolle im Rahmen dieser Aufgabe gerecht zu werden;
11. verzoekt de Commissie en de lidstaten de toepassing te bevorderen van alle IAO-conventies in alle landen, teneinde te voorkomen dat bevolkingsgroepen die het kwetsbaarst zijn vanwege hun onderontwikkelde situatie worden geëxploiteerd, en met name de ratificatie te bevorderen van IAO-conventie C182 van 17 juni 1999 inzake het verbod op en onmiddellijke actie ter uitbanning van de ernstigste vormen van kinderarbeid, waarbij moet worden gestimuleerd dat er passende maatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat deze kinderen onderwijs volgen, dat in de bestaande scholingsbehoeften wordt voorzien en dat er een alternatief systeem wordt opgezet om inkomsten voor de gezinnen van deze kinderen te genereren; erkent dat de verantwoordelijkheid voor de toepassing van internationaal erkende normen zowel bij bedrijven als bij regeringen ligt en is in dit verband ingenomen met de Commissie-initiatieven voor het versterken van de politieke dialoog met ontwikkelingslanden, het verschaffen van middelen voor de controle op internationale normen en het eventueel invulling geven aan een eigen rol in deze opdracht;

Das IAO-Seearbeitsübereinkommen 2006 (nachstehend „das Übereinkommen“ genannt) verpflichtet jedes Mitglied, sich zu vergewissern, dass seine Rechtsvorschriften im Rahmen des Übereinkommens die grundlegenden Rechte in Bezug auf die Vereinigungsfreiheit und die effektive Anerkennung des Rechts zu Kollektivverhandlungen, die Beseitigung aller Formen von Zwangs- oder Pflichtarbeit, die effektive Abschaffung der Kinderarbeit sowie die Beseitigung der Diskriminierung in Beschäftigung und Beruf achten.
Overwegende dat het IAO-verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 (hierna „het verdrag” genoemd) ieder lid ertoe verplicht ervoor te zorgen dat zijn wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de context van het verdrag in overeenstemming zijn met het grondrecht van vrijheid van vereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen, de uitbanning van alle vormen van gedwongen of verplichte arbeid, de effectieve afschaffing van kinderarbeid en de uitbanning van discriminatie in arbeid en beroep.

99. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, eine aktivere Politik im Bereich der sozialen Verantwortung der Unternehmen in Bezug auf die Menschenrechte zu entwickeln, und wiederholt seine Forderung, die umfassende Anwendung der IAO-Übereinkommen zur Verhinderung sozialer Ausbeutung zu fördern, insbesondere des IAO-Übereinkommens Nr. 182 über die schlimmsten Formen der Kinderarbeit; unterstreicht die Notwendigkeit einer kontinuierlichen Folgenabschätzung dieses Aspektes der EU-Handelspolitik auf die Menschenrechtssituation; betont die Bedeutung von Verhaltenskodizes im Bereich der Menschenrechte für die Wirtschaft wie beispielsweise die OECD-Leitlinien für multinationale Unternehmen und die IAO-Übereinkommen zur Arbeitsgesetzgebung;
99. dringt er bij de Commissie en de lidstaten nogmaals op aan een actiever beleid op het terrein van de maatschappelijk verantwoordelijkheid van de onderneming ten aanzien van mensenrechten te ontwikkelen en herhaalt zijn oproep de algehele toepassing te bevorderen van IAO-verdragen ter voorkoming van maatschappelijke uitbuiting, met name IAO-Verdrag nr. 182 inzake de ergste vormen van kinderarbeid; wijst er met nadruk op dat dit aspect van het handelsbeleid van de EU voortdurend moet worden bezien op de gevolgen voor de mensenrechten; wijst met nadruk op de betekenis voor de zakenwereld van gedragscodes inzake mensenrechten zoals de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de IAO-verdragen inzake de rechten van werknemers;