Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "anwendbaren fassung sind folglich nicht vereinbar " (Duits → Nederlands) :

Die Artikel 60 bis 73 des Gesetzes vom 28. Dezember 1983 zur Festlegung von steuerrechtlichen Bestimmungen und Haushaltsbestimmungen, in der zum Zeitpunkt des dem vorlegenden Richter unterbreiteten Sachverhalts anwendbaren Fassung, sind folglich nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie es dem LAAB ermöglichen, unbeschadet der Ursachen für eine Unterbrechung und Aussetzung der Verjährung die Zahlung de ...[+++]

De artikelen 60 tot 73 van de wet van 28 december 1983 houdende fiscale en begrotingsbepalingen, zoals zij op het ogenblik van de aan de verwijzende rechter voorgelegde feiten van kracht waren, zijn bijgevolg niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij het de RVA, onverminderd de gronden voor stuiting en schorsing van de verjaring, mogelijk maken de betaling van de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid te vorderen nadat een redelijke termijn is verstreken vanaf de datum van uitvoerbaarverklaring van ...[+++]


Die Bestimmungen des im Entwurf befindlichen Artikels 269 Absatz 1 des Registrierungsgesetzbuches sind folglich nicht mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung (Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 14 der EMRK und den Artikeln 20 und 21 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union) vereinbar » (Parl. Dok., Kammer, 2014-2015, DOC 54-0906/001, S. ...[+++]

De in het ontworpen artikel 269, eerste lid, van het W.Reg. vervatte regeling doorstaat derhalve ook niet de toets aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie (artikelen 10 en 11 van de Grondwet, artikel 14 van het EVRM en artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) » (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-0906/001, p. 39).


« - Führt Artikel 245 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in der auf die Steuerjahre 1992 bis 2009 anwendbaren Fassung nicht zu einer im Lichte der Artikel 10 und 11 der Verfassung ungerechtfertigten Diskriminierung zwischen den Nichtansässigen, denen er eine Besteuerung aufgrund von Artikel 466 desselben Gesetzbuches bezüglich der Gemeindezuschlaghundertstel auferlegt, und den Ansässigen, die den Gemeindezuschlaghundertsteln unterliegen, während die Ersteren im Gegensatz zu den Letzteren nic ...[+++]

« - Doet artikel 245 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing voor de aanslagjaren 1992 tot 2009, geen ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet onverantwoorde discriminatie ontstaan tussen de niet-inwoners, die bij dat artikel worden onderworpen aan een belasting gevestigd op grond van artikel 466 van hetzelfde Wetboek met betrekking tot de gemeentelijke opcentiemen, en de inwoners, waarbij die aan de gemeentelijke opcentiemen zijn onderworpen, terwijl de eersten, in tegenstelling tot de twee ...[+++]


« Artikel 132bis des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in der vor seiner Ersetzung durch Artikel 279 des Gesetzes vom 27. Dezember 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (I) anwendbaren Fassung verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern nicht vorgesehen ist, dass die in Artikel 132 Absatz 1 Nrn. 1 bis 5 dieses Gesetzbuches erwähnten Zuschläge zwischen Elternteilen aufgeteilt werden, die nicht Mitglied desselben Haushalts sind ...[+++]

« Artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de vervanging ervan bij artikel 279 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre niet erin is voorzien dat de toeslagen bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 5°, van dat Wetboek kunnen worden verdeeld over de ouders die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin, wanneer uit een rechterlijke beslissing blijkt dat zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen over h ...[+++]


In seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 68/2014 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 134 des EStGB 1992 in der auf das Steuerjahr 2007 anwendbaren Fassung die Grundfreiheit der Freizügigkeit der Arbeitnehmer, die durch Artikel 45 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union gewährleistet wird, verletzt und daher nicht vereinbar ist mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.

Bij zijn voormelde arrest nr. 68/2014 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 134 van het WIB 1992, zoals het van toepassing was op het aanslagjaar 2007, afbreuk doet aan het vrije verkeer van de werknemers, als fundamentele vrijheid gewaarborgd bij artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en derhalve niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


B.8.3. Der Kassationshof hat in einem Entscheid vom 18. November 2013 (Arr. Cass., 2013, Nr. 613) geurteilt, dass sich aus den Artikeln 1675/13 und 1675/13bis des Gerichtsgesetzbuches in ihrer vor der fraglichen Gesetzesänderung anwendbaren Fassung nicht ergibt, dass der Richter für die kollektive Schuldenregelung keinen Erlass der Schulden des Schuldners gewähren könnte, die eine Folge einer Verurteilung zu einer strafrechtlichen Geldbuße sind.

B.8.3. Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 18 november 2013 (Arr. Cass., 2013, nr. 613) geoordeeld dat uit de artikelen 1675/13 en 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing vóór de in het geding zijnde wetswijziging, niet volgt dat de rechter van de collectieve schuldenregeling geen kwijtschelding zou kunnen verlenen voor de schulden van de schuldenaar die het gevolg zijn van een veroordeling tot een penale boete.


Folglich ist die angefochtene Bestimmung in Bezug auf die Unionsbürger, die nicht Belgier sind und die Erwerbstätigeneigenschaft (als Arbeitnehmer oder Selbständiger) besitzen oder behalten, und ihre Familienangehörigen nicht vereinbar mit den Artikeln 10, 11 und 23 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 24 der Richtlinie 2004/38/EG.

Hieruit vloeit voort dat, ten aanzien van de burgers van de Unie, niet-Belgen, die de hoedanigheid van werknemer (al dan niet in loondienst) hebben of behouden, alsook hun familieleden, de bestreden bepaling niet bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 24 van de richtlijn 2004/38/EG.


« Sind die Artikel 192 und 233 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (in der auf das betreffende Steuerjahr anwendbaren Fassung) vereinbar mit den in den Artikeln 10, 11, 170 und 172 der Verfassung verankerten Grundsätzen der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, indem sie von der Regelung bezüglich der Befreiung der Mehrwerte auf Aktien (Artikel 192 des Einkommensteuergesetzbuches 1992) die auf Aktien von thesaurierenden Investmentgesellschaften mit variablem Kapital realisierten Mehrwerte ausschließen, im Gegensat ...[+++]

« Leven de artikelen 192 en 233 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (in de versie ervan die op het betwiste aanslagjaar van toepassing is) de in de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet verankerde beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie na, door de meerwaarden die worden gerealiseerd op effecten van kapitalisatiebeveks, in tegenstelling tot de uitkeringsbeveks (combinatie van de artikelen 192, § 1, en 203, §§ 1 en 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), uit te sluiten van de regeling inzake de vrijstelling van de meerwaarden op aandelen (artikel 192 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 199 ...[+++]


Artikel 7 Absatz 1 Nr. 2 des Wahlgesetzbuches ist in der vor den Abänderungen durch Artikel 22 des Gesetzes vom 14. April 2009 anwendbaren Fassung folglich nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar, insofern er den verurteilten Personen ihr Wahlrecht von Rechts wegen aberkennt.

Artikel 7, eerste lid, 2°, van het Kieswetboek, zoals van toepassing vóór de wijzigingen daarin aangebracht bij artikel 22 van de wet van 14 april 2009, is bijgevolg onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het veroordeelde personen hun kiesrecht van rechtswege ontzegt.


« Verstösst Artikel 30bis §§ 3 und 4 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer in der nach seiner Abänderung durch den königlichen Erlass vom 26. Dezember 1998 (mit Wirkung vom 1. Januar 1999) und vor seiner Abänderung durch die Artikel 55 und 56 des Programmgesetzes vom 27. April 2007 anwendbaren Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, einzeln oder in Verbindung miteinander, insofern er die Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskrimini ...[+++]

« Schendt artikel 30bis, §§ 3 en 4, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in de versie ervan die van toepassing was na de wijziging ervan bij het koninklijk besluit van 26 december 1998 (met inwerkingtreding op 1 januari 1999) en vóór de wijziging ervan bij de artikelen 55 en 56 van de programmawet van 27 april 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in onderlinge samenhang gelezen, in zoverre het de beginselen van gelijkheid en niet-discrimin ...[+++]


w