Während des Haltungszeitraums ist der Antragsteller verpflichtet, der zuständigen Dienststelle der Verwaltung schriftlich und innerhalb von zehn Arbeitstagen nach dem Zeitpunkt des eingetretenen Ereignisses jede Verringerung des der im Antrag angegebenen Schafbestandes, der auf natürliche Umstände im Leben des Bestandes im Sinne von Artikel 41 der Verordnung (EG) Nr. 2419/2001 oder auf Fälle höherer Gewalt zurückzuführen ist, mitzuteilen.
Tijdens de aanhoudingsperiode moet de aanvrager elke vermindering van het aangegeven aantal schapen zonder vervanging ervan en die toegeschreven dient te worden ofwel aan het natuurlijke verloop in het leven van een beslag in de zin van artikel 41 van de verordening (EG) nr. 2419/2001 ofwel aan een geval van overmacht schriftelijk en binnen de tien werkdagen volgend op het voorvallen ervan, aan de bevoegde buurtdienst van het Bestuur meedelen.