Der Antrag des K.B.V. B. auf « Neuformulierung » der präjudiziellen Fragen müsse dem Ministerrat zufolge abgelehnt werden, insoweit er der Prüfung hinsichtlich der föderalen Zuständigkeit bezüglich der Vereinigungsfreiheit und an anhand von Artikel 127 § 2 der Verfassung diene.
Het verzoek van de K.B.V. B. tot « herformulering » van de prejudiciële vragen moet volgens de Ministerraad worden verworpen in zoverre het strekt tot de toetsing aan de federale bevoegdheid inzake de vrijheid van vereniging en aan artikel 127, § 2, van de Grondwet.