Während einer Aussprache oder einer Abstimmung kann die Sitzung unterbrochen oder geschlossen werden, wenn es das Parlament auf Vorschlag des Präsidenten oder auf Antrag einer Fraktion oder von mindestens 40 Mitgliedern beschließt.
Tijdens een beraadslaging of een stemming kan de vergadering worden onderbroken of gesloten wanneer het Parlement op voorstel van de Voorzitter, een fractie of ten minste veertig leden daartoe besluit.