136. vertritt die Auffassung, dass die allgemeine wahrscheinlichste Fehlerquote infolge des Anteils von Vorfinanzierungen und Unterstützung aus dem Haushalt innerhalb der operativen Ausgaben unter der Wesentlichkeitsschwelle von 2 % liegt; stellt fest, dass sich dieser Anteil von 66 % im Haushaltsjahr 2008 auf 75 % im Haushaltsjahr 2010 erhöht hat ;
136. is van mening dat het totale meest waarschijnlijke foutenpercentage onder de materialiteitsdrempel van 2 % ligt als gevolg van het aandeel van voorfinancieringen en begrotingssteun in de totale operationele uitgaven; wijst erop dat dit aandeel is toegenomen van 66 % in het begrotingsjaar 2008 naar 75 % in het begrotingsjaar 2010 ;