Indem er vorsieht, dass der Organisationsträger des subventionierten offiziellen Unterrichtswesens entscheiden ka
nn, die zeitweilige Anstellung einer Lehrkraft in ein Beförderungsamt zu beenden, führt Artikel 50 § 7 des vorerwähnten Dekrets vom 6. Juni 1994 einen Behandlungsunterschied zwischen den Personalmitgliedern des subventionierten offiziellen Unterrichtswesens und denjenigen des subventionierten freien Unterrichtswesens, die auf gleichartige Weise angestellt wurden, ein, insofern der Organisationsträger beschliessen kann, diese Anstellung zu beenden, indem er sie aufgrund von Artikel 60 des vorerwähnten Dekrets vom 1. Februar 199
...[+++]3 entlässt, und insofern diese Entlassung mit den in Artikel 71 § 1 Absatz 1 dieses Dekrets vorgesehenen Garantien einhergeht.Door te bepalen dat de inrichtende macht van het gesubsidieerd officieel onderwijs kan besl
issen de tijdelijke aanstelling van een leerkracht in een bevorderingsambt te beëindigen, creëert artikel 50, § 7, van het voormelde decreet van 6 juni 1994 een verschil in behandeling tussen de personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en die van het gesubsidieerd vrij onderwijs die het voorwerp hebben uitgemaakt van een soortgelijke aanstelling, doordat de inrichtende macht kan beslissen die aanstelling te beëindigen door hen te ontslaan krachtens artikel 60 van het voormelde decreet van 1 februari 1993, en doordat dat ontslag voo
...[+++]rzien is van de waarborgen bepaald in artikel 71, § 1, eerste lid, van dat decreet.