De aanbevelingen van de ECB met betrekking tot de aannem
ing van de bedoelde verordeningen van de Raad vloeien voort uit de
bepalingen van artikel 123, lid 1, juncto artikel 107, lid 6, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, waarin staat dat de Raad onmiddellijk na 1 juli
1998 de bepalingen aanneemt als bedoeld in artikel 28, lid 1, en artikel 30, lid 4, van de statuten van het Europees stelsel van centrale banken (d.w.z. de secundaire wetgeving betreff
...[+++]ende de verhogingen van het ECB-kapitaal en verdere afroepingen van externe reserves).