Wie der Gerichtshof in seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 176/2011 geurteilt hat, erfordert es der Begriff « Zusammenwohnen » im Sinne von Artikel 14 § 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002, dass der Antragsteller auf ein Eingliederungseinkommen aus dem Zusammenwohnen mit der anderen Person unter einem Dach einen wirtschaftlich-finanziellen Vorteil erzielt.
Zoals het Hof bij zijn voormeld arrest nr. 176/2011 heeft geoordeeld, vereist het begrip « samenwoning » bedoeld in artikel 14, § 1, 1°, van de wet van 26 mei 2002 dat de aanvrager van een leefloon uit het onder één dak wonen met de andere persoon een economisch-financieel voordeel haalt.