Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
1. Versorgung eines Organs 2. Funktionszustand eines
Anklagekammer
Behandlung eines Asylantrags
Behandlung eines Asylbegehrens
DSIF
Innervation
Kreuzresistenz
Resistenz eines Erregers nicht nur gegen ein best. Che
Stellung eines Asylantrags
Stellung eines Asylbegehrens

Vertaling van "anklagekammer eine " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE


Beschluss der Anklagekammer,Verfahrenseröffnungsbeschluss

beschikking van inbeschuldigingstelling | beslissing omtrent vervolging




Verkehrsschild, das eine Gefahr ankündigt oder eine Regelung vorschreibt, die nur für eine oder mehrere Fahrspuren einer Fahrbahn mit mehreren Fahrspuren in derselben Richtung gilt

verkeersbord dat een gevaar aanduidt of een verkeersregel voorschrijft die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat


Brevet eines Anwärters auf den Dienstgrad eines Polizeikommissars und eines beigeordneten Polizeikommissars

brevet van kandidaat-commissaris en adjunct-commissaris van politie


Kreuzresistenz | Resistenz eines Erregers nicht nur gegen ein best. Che

kruisresistentie | gekruiste weerstand


Behandlung eines Asylbegehrens (1) | Behandlung eines Asylantrags (2)

behandeling van een asielverzoek


Stellung eines Asylbegehrens (1) | Stellung eines Asylantrags (2)

indiening van het asielverzoek


Innervation | 1. Versorgung eines Organs 2. Funktionszustand eines

innervatie | zenuwwerking


Beschluss zu der vorgeschlagenen Vereinbarung über ein WTO-ISO-Normen-Informationssystem [ DSIF ]

Besluit inzake een voorstel voor een Memorandum van Overeenstemming betreffende een informatiesysteem voor WTO-ISO-normen [ DSIF | BISN ]
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Schließlich kann der Kassationshof die Sache auch direkt an den Appellationshof eines anderen Bereichs als derjenige, dem der betreffende Magistrat angehört, oder gegebenenfalls an die Anklagekammer eines anderen Appellationshofes verweisen, wenn die Sache an den Assisenhof verwiesen wird.

Ten slotte kan het Hof van Cassatie de zaak rechtstreeks verwijzen naar het hof van beroep van een ander rechtsgebied dan dat waartoe de betrokken magistraat behoort, of in voorkomend geval, naar de kamer van inbeschuldigingstelling van een ander hof van beroep wanneer de zaak wordt verwezen naar het Hof van Assisen.


Stellt die Anklagekammer eine Unregelmäßigkeit, ein Versäumnis oder einen Nichtigkeitsgrund im Sinne von Artikel 131 § 1 oder einen die Strafverfolgung betreffenden Unzulässigkeits- oder Erlöschensgrund fest, spricht sie gegebenenfalls die Nichtigkeit der davon betroffenen Handlung und eines Teils oder der Gesamtheit des darauf folgenden Verfahrens aus.

Wanneer de kamer van inbeschuldigingstelling een onregelmatigheid, verzuim of nietigheid als bedoeld in artikel 131, § 1, of een grond van niet-ontvankelijkheid of van verval van de strafvordering vaststelt, spreekt zij, als daartoe grond bestaat, de nietigheid uit van de handeling die erdoor is aangetast en van een deel of het geheel van de erop volgende rechtspleging.


Laut dem ersten Teil des vierten Klagegrunds seien die angefochtenen Bestimmungen nicht vereinbar mit dem Legalitätsprinzip in Strafsachen, so wie es durch die Artikel 10, 11 und 12 Absatz 2 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 5 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet werde, insofern durch diese Bestimmungen der Ratskammer und der Anklagekammer eine unbegrenzte Beurteilungsfreiheit bei der Bestimmung des Ortes, an dem die Sitzung stattfinden werde, überlassen werde.

Volgens het eerste onderdeel van het vierde middel zouden de bestreden bepalingen niet bestaanbaar zijn met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals gewaarborgd door de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepalingen de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling een onbegrensde beoordelingsvrijheid zouden laten in het bepalen van de plaats waar de zitting zal plaatsvinden.


« Unter Berücksichtigung der Zielsetzung des Gesetzgebers, die in B.5 dargelegt wurde, gegen die Urteile der Anklagekammer über die Ordnungsmäßigkeit des ihr unterbreiteten Verfahrens in Anwendung von Artikel 235bis eine direkte Kassationsbeschwerde zu ermöglichen durch Abweichung von der in Absatz 1 von Artikel 416 enthaltenen Regel, ist es nicht gerechtfertigt, dass die Urteile der Anklagekammer über die Ordnungsmäßigkeit der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung anhand der vertraulichen Akte in Anwendung ...[+++]

« Rekening houdend met de bedoeling van de wetgever [...] om tegen de arresten van de kamer van inbeschuldigingstelling betreffende de regelmatigheid van de haar voorgelegde procedure met toepassing van artikel 235bis een onmiddellijk cassatieberoep mogelijk te maken door af te wijken van de regel vervat in het eerste lid van artikel 416, is het niet verantwoord dat de arresten van de kamer van inbeschuldigingstelling over de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie aan de hand van het vertrouwelijk dossier met toepassing van artikel 189ter of artikel 235ter niet eveneens het voorwerp zouden kunnen ui ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Selbst ohne die Möglichkeit einer Kassationsbeschwerde besteht also bereits eine dreifache Kontrolle der Untersuchungshaft durch verschiedene Richter: der Untersuchungsrichter, die Ratskammer und die Anklagekammer. Dies erklärt die sehr geringe Zahl von Kassationen (15 im Jahr 2014 bei 11 660 Inhaftierungen auf der Grundlage eines Haftbefehls, das heißt kaum mehr als ein Tausendstel) » (Parl. Dok., Kammer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, SS. 127-128).

Zelfs zonder mogelijkheid van cassatieberoep bestaat dus reeds een drievoudige controle van de voorlopige hechtenis door verschillende rechters : de onderzoeksrechter, de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling. Dat verklaart het zeer geringe aantal verbrekingen (15 in 2014 op 11 660 opsluitingen op basis van een aanhoudingsbevel, d.i. nauwelijks meer dan één op duizend) » (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, pp. 127-128).


Aufgrund des früheren Artikels 30 § 4 Absatz 1 des Gesetzes vom 20. Juli 1990 galten für den Entscheid der Anklagekammer, der in der Berufungsinstanz gegen den Beschluss der Ratskammer getroffen wurde, die gleichen Fristen für die Aufrechterhaltung wie für den Beschluss der Ratskammer; der Entscheid enthielt somit einen Freiheitsentziehungstitel für einen Monat, wenn die zu Last gelegte Tat ein Vergehen oder ein korrektionalisierbares Verbrechen betraf, oder einen Freiheitsentziehungstitel für drei Monate, wenn sie ein nicht korrekt ...[+++]

Krachtens het vroegere artikel 30, § 4, eerste lid, van de wet van 20 juli 1990 golden voor het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling gewezen in hoger beroep tegen de beschikking van de raadkamer dezelfde handhavingstermijnen als voor de beschikking van de raadkamer : het arrest leverde aldus een titel van vrijheidsbeneming voor één maand op indien het ten laste gelegde feit een wanbedrijf of een correctionaliseerbare misdaad betrof, dan wel een titel van vrijheidsbeneming voor drie maanden indien het een niet-correctionaliseerbare misdaad betrof en het hoger beroep betrekking had op de tweede of de navolgende beslissing inzake ...[+++]


In einer zweiten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, sich zur Vereinbarkeit der Artikel 479, 483 und 503bis desselben Gesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äußern, insofern sie vorsähen, dass nach Ablauf einer Untersuchung, die den Magistraten und ihren Mittätern und Komplizen gegenüber geführt werde, der Generalprokurator allein über die dem Verfahren zu leistenden Folge entscheide, ohne dass die Untersuchung Anlass zu einer Beurteilung der Belastungstatsachen durch die Anklagekammer bei der Regelung des Verfahrens g ...[+++]

In een tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 479, 483 en 503bis van hetzelfde Wetboek, in zoverre zij bepalen dat, na afloop van een onderzoek dat ten aanzien van de magistraten en hun mededaders en medeplichtigen is gevoerd, enkel de procureur-generaal beslist over het gevolg dat aan de procedure moet worden gegeven, zonder dat het onderzoek aanleiding geeft tot een beoordeling van de bezwaren door de kamer van inbeschuldigingstelling ter gelegenheid van de regeling van de rechtspleging, terwijl voor de federale ministers, gemeenschaps- of gewestministers en hun mededaders en medeplichtigen de artikelen 9, 16 en ...[+++]


Der Gerichtshof muss beurteilen, ob Artikel 235bis § 6 vorletzter Satz des Strafprozessgesetzbuches auf diskriminierende Weise gegen das durch Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistete Recht auf ein faires Verfahren und gegen den allgemeinen Grundsatz der Rechte der Verteidigung verstößt, indem der Anklagekammer die Befugnis verliehen wird, unter Wahrung der Rechte der anderen Parteien zu beurteilen, in welchem Maße die bei der Kanzlei hinterlegten Aktenstücke noch im Strafverfahren eingesehen und verwendet we ...[+++]

Het Hof dient te beoordelen of artikel 235bis, § 6, voorlaatste zin, van het Wetboek van strafvordering op discriminerende wijze afbreuk doet aan het recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, en aan het algemeen beginsel van de rechten van verdediging, doordat het aan de kamer van inbeschuldigingstelling de bevoegdheid toekent om te beoordelen, met inachtneming van de rechten van de andere partijen, in welke mate de ter griffie neergelegde stukken nog in de strafprocedure mogen worden ingezien en aangewend door een partij, waarbij de kamer van inbeschuldigingstellin ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Mai 2015 in Sachen S. V. D. und E.P. gegen A. L., G.G. und D.V., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 235bis § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Recht auf ein faires Verfahren nach Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und dem allgeme ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces uit artikel 6 EVRM en met het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging, in zoverre dit artike ...[+++]


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan möchte vom Gerichtshof erfahren, ob die fragliche Bestimmung vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Recht auf ein faires Verfahren nach Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem allgemeinen Grundsatz des Rechts der Verteidigung, insofern die Anklagekammer befugt sei, für nichtig erklärte Aktenstücke vollständig auszuschließen, auch für den Angeklagten als Beweiselement zur Stützung seiner Verteidigung.

Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, en met het algemeen beginsel van de rechten van verdediging, in zoverre de kamer van inbeschuldigingstelling de bevoegdheid heeft om nietigverklaarde stukken volledig uit te sluiten, ook voor de beklaagde als bewijselement tot staving van zijn verdediging.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'anklagekammer eine' ->

Date index: 2024-12-09
w