14. hebt hervor, dass in den Neunzigerjahren die Kinderarmut in 14 der 17 Mitgliedstaaten, für die Daten vorliegen, zugenommen hat; macht dara
uf aufmerksam, dass anhaltende Kinderarmut hauptsächlich Einelternfamilien betrifft bzw. Familien mit drei oder mehr unterhaltsberechtigten Kindern, ferner Zuwanderer, Angehörige ethnischer Minderheiten sowie arbeitslose oder unterbeschäftigte Eltern; betont, dass sowohl auf nationaler wie auf EU-Ebene besondere Anstrengungen unternommen werden sollten, um zu verhindern, dass sich Armut von einer Generation auf die nächste vererbt, un
d dass einschlägige Bemühungen ...[+++] angemessen finanziell auszustatten sind (wie z.B. durch verstärkte Verwendung der Strukturfonds, insbesondere des Europäischen Sozialfonds); betont, dass bei den Indikatoren die Perspektive der Kinder und der allein lebenden Personen zu berücksichtigen ist, obwohl die Kinderarmut bekanntlich nicht verringert werden kann, wenn die Armut der Familien nicht verringert wird und der Zugang aller zu hochwertigen öffentlichen Dienstleistungen nicht gewährleistet ist; 14. beklemtoont dat in 14 van 17 lidstaten waarvoor gegevens beschikbaar zijn kinderarmoede in de jaren '90 is toegenomen; vestigt de aandacht op het feit dat hardnekkige kinderarmoede met name voorkomt bij éénoudergezinnen, grote gezinnen met drie of meer afhankelijke kinderen, immigranten en mensen uit etnische minderheden, werkloze ouders of ouders zonder een volledige baan; beklemtoont dat op EU- en lidstaatniveau prioritair aandacht moet worden geschonken aan het voorkomen en elimineren van het doorgeven van armoede van generatie op generatie en dat hiervoor voldoende financiële middelen (zoals het toegenomen gebruik van structuurfondsen, vooral het Europees Sociaal Fonds) ter beschikking moeten worden gesteld; onderstreept dat bij
...[+++]indicatoren uitgegaan moet worden van het perspectief van het kind en van mensen die alleen leven; zelfs al weet men dat kinderarmoede niet kan worden teruggedrongen zonder de gezinsarmoede terug te dringen en de toegang tot kwalitatief hoogstaande diensten voor iedereen te waarborgen;