11. weist darauf hin, dass körperliche Aktivität für eine gesunde und angemessene Lebensführung sowie für ein selbständiges Leben von Menschen mit Behinderungen unabdingbar ist und mit einer ausgewogenen Ernährung einhergehen sollte; hebt hervor, dass darüber hinaus beispielsweise Randständigkeit oder soziale Ausgrenzung durch Sport überwunden werden können;
11. wijst erop dat lichamelijke activiteit van wezenlijke betekenis is voor een gezonde en adequate levenswijze, o.m. een onafhankelijk leven voor gehandicapten; en vergezeld dient te gaan van een evenwichtig dieet; voorts is sport een waardevol middel tegen marginalisatie en maatschappelijke uitsluiting;