b) Für Motoren, die mit der Prüfanordnung Dynamometer-Lastregelung geprüft werden: Nach der einleitenden Übergangsperiode muss bei jeder Phase des Prüfzyklus die vorgeschriebene Drehzahl in
nerhalb des höheren Wertes von entweder ± 2 % der Nenndrehzahl oder ± 3 min-1,
auf jeden Fall aber innerhalb von ± 5 % gehalten werden; dies gilt nicht für die untere Leerlaufdrehzahl, bei der
die vom Hersteller angegebenen Toleranzen einzuhalte
...[+++]n sind.
b) Voor motoren waarvan de belasting via een dynamometer wordt gecontroleerd: Na de eerste overgangsperiode in elke toestand van de cyclus moet het aangegeven toerental binnen ± 2 % van het nominale toerental of ± 3 min-1 blijven (de grootste waarde is van toepassing), maar in ieder geval binnen ± 5 %, behalve bij het laagste stationaire toerental, dat binnen de door de fabrikant aangegeven tolerantie moet liggen.