(3) Hat der anerkannte Wirtschaftsbeteiligte nicht innerhalb der in seiner Mitteilung angegebenen Frist Abhilfe geschaffen, so kann die erteilende Behörde eine angemessene Verlängerung bewilligen, sofern der anerkannte Wirtschaftsbeteiligte in gutem Glauben gehandelt hat.
3. Wanneer de erkende marktdeelnemer zijn situatie niet binnen de in zijn kennisgeving vastgestelde termijn kan regulariseren, kan de autoriteit van afgifte een redelijke verlenging toestaan, mits de erkende marktdeelnemer te goeder trouw heeft gehandeld.