Aus den in B.3 angeführten Haushaltsanlagen geht hervor, dass die betreffenden Haushaltsmittel auf keinen Fall fakultative Zuschüsse betreffen, die es erfordern, dass die Ermächtigung der Exekutive jedes Jahr durch den Gesetzgeber erneuert und begründet wird.
Uit de begrotingsbijlagen aangehaald in B.3 blijkt dat de in het geding zijnde begrotingskredieten in geen geval de facultatieve toelagen beogen die vereisen dat de aan de uitvoerende macht verleende machtiging elk jaar door de wetgever wordt hernieuwd en verantwoord.